Samenstellingen

Nederlands
Bron: taalvoutjes.nl
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands
Bron: taalvoutjes.nl

Slide 1 - Diapositive

Maak zoveel mogelijk woorden die beginnen met hout!

Slide 2 - Carte mentale

Samenstelling
Een woord dat uit twee of meer woorden bestaat:

houtrot
houtlijm
houtkever
houtfrezers
houtbewerkingsindustrie
houthakkersgereedschappenonderhoudstraining




Slide 3 - Diapositive

zelfstandige naamwoorden:
meubelmaker
timmerindustrie
houtbewerking
middenkaderfunctionaris
portfolio-opdracht
burgerschapsvorming

Ook werkwoorden: (kennismaken, opdoen) en

bijvoeglijke naamwoorden: (bedrijfsmatig, donkergroen)

Regel/uitgangspunt: 
aan elkaar schrijven!

Slide 4 - Diapositive

Samengestelde woorden
Was het maar zo simpel.

Verschillende manieren om woorden aan elkaar te zetten:
- 'gewoon' (hoofdregel)
- tussen-n
- tussen-s
- koppelteken

Slide 5 - Diapositive

Hoofdregel
  • Een samenstelling is een combinatie van zelfstandige woorden.
           - boek + deel = boekdeel
           - handbal + trainer = handbaltrainer

  • Samenstellingen worden aan elkaar geschreven
           - zondag + middag + brunch = zondagmiddagbrunch
           - cosmeticaproductie
           - houtverwerkingsindustrie



Slide 6 - Diapositive

Tussen-n
  • Er zijn ook samenstellingen waarin je een 'e' tussen de delen van de samenstelling hoort. Als dat zo is, moet je nagaan of je 'en' schrijft, of alleen een 'e'.

  • Als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is, waarvan de meervoudsvorm op -en eindigt, dan schrijf je een tussen-n.

                    - pannenkoek: de meervoudsvorm van pan is pannen. Dit eindigt dus op ‘en’ en moet    
                       daarom met een tussen-n.
                    - prullenbak, paddenstoel: idem
  • Maar!
                     - horlogemaker: het meervoud van horloge is horloges
                     - groentesoep: het meervoud van groente is groentes of groenten

Slide 7 - Diapositive

Uitzonderingen
  • Schrijf geen tussen-n als het eerste deel van de samenstelling op een zaak of persoon slaat die enig in zijn soort is.


                    - Koninginnedag (er is maar één koningin)
                    - zonnewijzer (wij kennen maar één zon)
                    






Slide 8 - Diapositive

Uitzonderingen
  • Schrijf ook geen tussen-n als het eerste deel een versterkende betekenis heeft.
                     - beregoed ('bere' staat hierbij voor heel goed)
                     - pikkedonker ('pikke' staat hierbij voor heel donker)
                     - reuzeleuk
                     - stekeblind
                     - apetrots

Slide 9 - Diapositive

Tussen -s-
  • Schrijf een tussen-s als je die ook hoort.
              - stadsdeel
              - eendagsvlieg
              - reinigingsmiddel
              - levensgroot
              - carnavalshit

  • Maar let op!
              - damesschoen … want -> dameskleding
              - voedingssupplement … want -> voedingsadvies
              - liefdesscène … want -> liefdesverdriet


Slide 10 - Diapositive

Streepje ertussen (koppelteken)
  • Gelijkwaardige woorden
   hotel-restaurant; twee-onder-een-kap-woning
  • Woorden met hoofdletters (eigennamen en aardrijkskundige namen)
    Zuid-Afrika
  • Met een speciaal teken of cijfers
    een 80-jarige, het &-teken
  • Bij een afkorting
    mbo-diploma                            e-mail                                                           usb-stick                              
  • Verwarring in de uitspraak (botsende klinkers)
   chocolade-ei        chocoladeei
   reclame-inkomsten   reclameinkomsten
 Maar ... radioantenne en vakantieadres = geen klinkerbotsing 
  • Eerste deel is een eigennaam
    Netflix-serie

   



Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

paard + bloem
A
paardebloem
B
paardenbloem

Slide 15 - Quiz

aap + rots
A
aperots
B
apenrots

Slide 16 - Quiz

aap + trots
A
apetrots
B
apentrots

Slide 17 - Quiz

bureau + inhoud

Slide 18 - Question ouverte

stad + sport + hal

Slide 19 - Question ouverte

btw + tarief

Slide 20 - Question ouverte

lade + kast

Slide 21 - Question ouverte

griep+ vaccinatie + voorbereiding + werkzaamheden

Slide 22 - Question ouverte

Aan de slag
1.  Werk in tweetallen.
2. Kies een vaktijdschrift.
3. Selecteer een artikel dat jullie interessant vinden en lees het door.
4. Zoek en noteer minimaal 5 samenstellingen uit het artikel. Selecteer  voorbeelden die op de vier verschillende manieren zijn samengesteld. Schrijf niet in het tijdschrift!
5. Leg kort uit welke spellingsregel is toegepast en waarom.
6. Klaar? Werk verder aan: Studiemeter-takenlijst.




Slide 23 - Diapositive

Samengestelde woorden
Verschillende manieren om samenstellingen te maken:
- 'gewoon' (hoofdregel)
- tussen-n
- tussen-s
- koppelteken

Slide 24 - Diapositive

Voorbeeld
huidafwijking (huid + afwijking) = hoofdregel
huid (en niet huiden) omdat huid een verzamelnaam is die verwijst naar de huid in het algemeen.

Bron: Sobot, K. (2024, 5 oktober). Vlekjes, plekjes, bultjes: zo herken je deze 7 huidletsels. Nursing.

Slide 25 - Diapositive