les 11 Duits B1a begrijpend lezen 4

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

02-06-2025

Lesen und verstehen 4

Kleding & kleuren

op tafel:

boek 1

etui

snelhechter 

Wat doen wij in deze les:

- stille start oefenen grammatica

- samen lezen en begrijpen

- stil lezen en vragen beantwoorden 

- stille ontspanning (lezen, laptop)

- herhalen & oefenen "sein"&"haben"

- luisteren naar een verhaal

Lesdoel

1. Je kunt stil aan een leesopdracht werken.
2. Je kent de persoonsvormen van "haben" & "sein".
3. Jij kunt luisteren naar een tekst en meelezen en proberen hem te begrijpen.

STILLE START

Open je Textarbeitsbuch 1

blz. 116 t/m 118

Maak opdr. 10, 11, 13, 14

stil

Wij vergelijken de antwoorden.

Wir vergleichen die Antworten.

Luister en lees mee op de kopie!

Let op volgende vragen!

1. Dat boek dat de verteller laas ging over een soort bos. Welke?

2. Welke zin verteld dat boa's hun buit in het geheel verslinden?

3. Welk woord betekent "tekening"?

4. Wat zagen volwassene in zijn tekening?

5. Welke schoolvakken worden in Alinea 6 benoemd?

6. Over welke thema's heeft de verteller met mensen gesproken welke in tekening 1 een hoed zagen? 

Welk woord betekent "geheel"

AAN DE SLAG 1

Kopie

Lees de teksten van jongeren, die zich voorstellen.

Maak de opdrachten 8 & 9 op de achterkant! 

Wij vergelijken de antwoorden.

Wir vergleichen die Antworten.

Korte ontspanning

Je blijft op je plaats zitten.

Je mag op je laptop.  

Het geluid staat uit.

Je praat alleen met je buurman/vrouw heel zachtjes.

Refrain Juli - Maschinen 

Luister naar het

Lied. 

Opdracht 12 van de

kopie is de refrain.

AAN DE SLAG 2 

Achterkant van de kopie!

Maak de opdrachten 12, 13, 18, 19

Grammatica oefening 1 (hebben of zijn?)

• Ich .... zwei Schwestern. 
• habe
• Wie alt.... Sie?
  
• sind
• Er ... das Geld gefunden.
• hat
• ......  ihr  morgen auch im Zoo?
• Seid

Luister naar het verhaal

Welke dieren komen voor in het verhaal?

Terugblik - hebben wij dit bereikt?

Je kunt stil aan een leesopdracht werken.

Je kent de persoonsvormen van "haben" & "sein" nog.

Jij kunt luisteren naar een tekst en meelezen en proberen hem te begrijpen.

AAN DE SLAG 3

Open je Textarbeitsbuch 1 

Lees nu blz. 58  Aufgabe 6 - probeer het hard op!

Onder streep in de tekst:

• Woorden, die begrijpt. 
• Omcirkel woorden, die bij IDEWIS horen.
• Markeer in een andere kleur woorden die je niet kunt begrijpen.

HERHALING (Wiederholung) werkwoord "sein" & "haben"

• bin
• bist
• ist
• sind
• seid
• sind

• habe
• hast
• hat
• hat
• hat

• haben
  
• habt
  
• haben
• haben

Uitleg: ezelsbruggetje = IDEWIS

persoonlijke voornaamwoorden:

• ich
• du
• er/sie/es
• wir
• ihr
• sie/SIE

ik

jij/u

hij/zij/het

wij

jullie

zij

• I
• D
• E
• W
• I
• S