Discussie, AUB-methode

• Filosofie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Discussie voorbereiden

Welke vragen kunnen je helpen bij het bedenken van argumenten?

Dit zijn bijvoorbeeld hulpvragen:

• Over welk probleem gaat de stelling? Is dat een erg probleem?
• Wat zijn de voor- of nadelen?
• Wie zijn er bij de stelling betrokken en wat voor effect heeft de stelling op die mensen?

(Stichting Nederlands Debat Instituut)

We gaan werken met de AUB-methode, maar waar staan deze letters bij het debatteren voor?

1. AlstUBlieft
2. Argument, Uitleg, Bijvoorbeeld
3. Argument, Uitrusting, Bedankt
4. Antwoord, Uitleg, Bedankt

Hoe maak je een goed argument?

In een debat of discussie is het belangrijk dat je je argumenten goed kunt uitleggen. Dat doe je door het nemen van drie stappen. 

Eerst zeg je wat het argument (A) is, dan leg je het argument uit (U) en tot slot geef een voorbeeld. Bijvoorbeeld... (B)

Je kunt dat onthouden met het ezelsbruggetje AUB:

AUB:

Argument: je noemt je argument.

Uitleg: je geeft uitleg bij het argument. Dit kun je doen door twee stappen te volgen. 1. Leg uit waarom het zo is. 2. Leg uit waarom het goed of slecht is dat het zo is.

Bijvoorbeeld: Een voorbeeld dat je argument duidelijker maakt. Dit kunnen ook cijfers of feiten zijn die je op het internet hebt opgezocht.

Voorbeeld

Als je AUB gebruikt om een argument voor de stelling

'Schooluniformen moeten worden verplicht'

uit te leggen, ziet dit er bijvoorbeeld zo uit:

'Schooluniformen moeten worden verplicht'

Argument: 

Het dragen van schooluniformen zorgt ervoor dat er minder gepest wordt.

Uitleg: 

Vaak wordt iemand gepest, omdat hij er anders uit ziet. Met een schooluniform ziet iedereen er hetzelfde uit en valt die reden weg. Dat is goed, want pesten heeft grote en nare gevolgen.

Bijvoorbeeld: 

Het is bekend dat gepeste kinderen minder gelukkig zijn en soms zelfs depressief. Kijk maar naar het nieuws; sommige gepeste kinderen willen zelfs niet meer leven.

Oefenen met AUB-methode

Iedereen moet vegetariër worden.

voor & tegen

Aan de slag met eigen stelling

Werk in tweetallen 

Verzin 3 argumenten voor en tegen:

- je eigen stelling 

-de stelling van een ander

Gebruik de argumentenkaart (AUB methode)

Geef in één woord
een reactie op de
AUB-methode