GES H6 - P1 Leerlingen

Leerdoelen:

  • Je kunt uitleggen wat een standensamenleving is en de drie standen beschrijven.

  • Je kunt uitleggen waarom burgers en boeren in Frankrijk ontevreden waren over het bestuur van hun land.

  • Je kunt beschrijven hoe de Franse Revolutie begon.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen:

  • Je kunt uitleggen wat een standensamenleving is en de drie standen beschrijven.

  • Je kunt uitleggen waarom burgers en boeren in Frankrijk ontevreden waren over het bestuur van hun land.

  • Je kunt beschrijven hoe de Franse Revolutie begon.

Slide 1 - Diapositive

Frankrijk in de 18e eeuw.
  • In Frankrijk bestond sinds de middeleeuwen een standensamenleving. 

  • Dat is een samenleving die verdeeld is in groepen met eigen taken en verschillende rechten. Je geboorte bepaalde de stand waartoe je behoorde. 

  • De Franse bevolking was verdeeld in drie standen.

Slide 2 - Diapositive

De eerste stand
  • De eerste en hoogste stand was de geestelijkheid. 

  • Dit waren mensen die in dienst waren van de kerk, zoals priesters en monniken. 

  • Sommige geestelijken hielpen de koning bij het bestuur. 

  • De kerk bezat veel grond, dus machtig.

Slide 3 - Diapositive

De tweede stand
  • De tweede stand was de adel. 

  • Edellieden voerden het leger aan. Ook zij hielpen de koning bij het bestuur (als hij dat wilde).

  • Net als de kerk bezaten edelen veel grond, dus machtig.

Slide 4 - Diapositive

De derde stand
  • Ongeveer 98% van de Fransen hoorde bij de derde stand. Het was hun taak om te werken. 

  • Sommige burgers waren heel rijk, zoals kooplieden. Maar de meeste Fransen waren arme boeren. Er waren dus grote verschillen

  • Ze hadden geen eigen grond en betaalden huur en belastingen. Hierdoor veel armoede.

Slide 5 - Diapositive

Taken van de standen.
  • Iedere stand had zijn eigen taak. De eerste en tweede stand hadden  voorrechten. 

  • Een voorrecht is een recht dat niet iedereen zomaar heeft. 

  • Zo hoefden de geestelijkheid en de adel bijvoorbeeld geen belastingen te betalen en hadden ze een eigen rechtspraak. Zij kregen voor dezelfde misdaden minder straf dan boeren of burgers.

Slide 6 - Diapositive

Frankrijk in de 18e eeuw.
(~1790)

Slide 7 - Diapositive

Ontevredenheid in Frankrijk
  • In de 18e eeuw groeide de ontevredenheid de derde stand over het bestuur van de koning. Daar waren twee redenen voor.

  • Ten eerste hadden vooral boeren en armen last van de hoge belastingen op levensmiddelen, zoals brood en zout. 

  • Daardoor steeg de prijs van die producten. De armen konden de hoge voedselprijzen moeilijk betalen en leden honger.

Slide 8 - Diapositive

Inspraak
  • Ten tweede vonden vooral rijke burgers het oneerlijk dat zij wel veel belasting moesten betalen, maar geen inspraak in het bestuur hadden. 

  • Zij wilden dat de adel en de geestelijkheid ook belasting gingen betalen en hadden kritiek op de absolute macht van de koning. 

  • Zij vonden het verkeerd dat één iemand alle besluiten nam.

Slide 9 - Diapositive

Problemen in Frankrijk
  • Koning Lodewijk XVI (de 16e) bestuurde Frankrijk met absolute macht. Maar hij had een groot probleem.

  • Zijn land had grote schulden en was bijna failliet. Er kwam te weinig belastinggeld binnen, maar het was bijna onmogelijk om de belastingen verder te verhogen. 

  • Lodewijk riep de hulp in van de drie standen om dit probleem op te lossen.

Slide 10 - Diapositive

De vergadering
  • In mei 1789 kwamen vertegenwoordigers van de                                                                                            drie standen bijeen om te vergaderen. 

  • Al bij de eerste vergadering kregen de drie standen ruzie.                                                                          De derde stand wilde inspraak in het bestuur en de voorrechten                                              afschaffen, maar de adel en de geestelijkheid wilden niets veranderen. 

  • De derde stand besloot toen een eigen vergadering                                                                                        op te richten: een volksvertegenwoordiging, die besluiten                                                                        zou nemen namens het volk en voor het volk.

Slide 11 - Diapositive

14 juli 1789: Bestorming van de Bastille

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo