1. Koude of een echte Oorlog?

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Datum:

Vak: Geschiedenis

Je weet hoe de S.U. en de V.S. in politiek opzicht van elkaar verschilden, en waardoor er grote spanningen waren tussen beide landen vanaf 1945 

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat de Koude Oorlog was en weet je waarom de spanningen hoog waren tussen de grootmachten in 1962

- Het Marshallplan, NAVO, Cuba Crisis 

Klassikaal maken opdracht 1 

'Dit weet je al'

- 

Zelfstandig aan de slag met de opdrachten van 6.1 

Opdrachten bespreken

Is de leerstof duidelijk? 

Geen :)

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat de Koude Oorlog was en weet je waarom de spanningen hoog waren tussen de grootmachten in 1962

Angst voor de Sovjet-Unie 

• Na WOII steun van de V.S. aan Europese landen 

•  Geld en goederen voor wederopbouw 

• Maar ook een politiek doel 

Europa verdeeld in Twee machtsblokken 

NAVO

• Noord Atlantische Verdrag Organisatie (1949)

• Als een NAVO land wordt aangevallen, alle landen worden aangevallen 

• S.U. richt het Warschaupact op 

Cuba Crisis 

• 1959: Fidel Castro wordt bondgenoot van S.U. 

•  Spionage V.S. ontdekken bouw raketbasis op Cuba 

• Spanning loopt hoog op tussen S.U. en V.S. 

Cuba Crisis 

• V.S. heeft raketbasis in Italië en Turkije gericht op S.U. 

• Hervat bouw kernwapens 

•  Dreiging voor derde Wereldoorlog groot 

Vietnamoorlog 

• Oorlog van 1955-1975 

• Vietnam was een kolonie van Frankrijk (Indochina)

• Noord-Vietnam communistisch  

Vietnamoorlog

• Tussen Noord- en Zuid-Vietnam loopt het uit tot oorlog 

• V.S. sturen militaire troepen naar Vietnam: dominotheorie 

• Oorlog loopt vreselijk uit de hand  

Het einde van de Koude Oorlog 

• 1985: Gorbatsjov aan de macht in S.U. 

• Wil hervormingen doorvoeren in bestuur: glasnost en Perestrojka  

• Stopt de wapenwedloop

Het einde van de Koude Oorlog 

• Grenzen tussen Oost- en West Duitsland gaan weer open 

• 1990 wordt Duitsland weer één land 

• 1991 val van de Sovjet-Unie 

Opdrachten

Maken bij paragraaf 6.1: 

5, 7, 8, 9 en 10 

Leerboek: 100 en 101 

Werkboek: 202 t/m 204