Week 50 - Vreugdevuren? (A)

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 7

Wat vind jij van
begrijpend lezen?

LESDOEL VAN DEZE LES

Je leert dat je bij begrijpend lezen het goede antwoord meestal kan opzoeken in de tekst. Dit noemen we 'bewijzen'.

Hoe pak ik een tekst aan?

1) Ik verken de tekst. 

• Wat weet ik al over dit onderwerp?

2) Ik lees de tekst een keer snel door.

• Wat vind ik van deze tekst? Wat is het onderwerp?

3) Ik bekijk de vragen.

4) Ik lees de tekst langzaam en goed (hardopdenkend)

5) Ik maak de vragen.

Wat weet ik al over
dit onderwerp?

Hoe pak ik een tekst aan?

1) Ik verken de tekst. 

• Wat weet ik al over dit onderwerp?

2) Ik lees de tekst een keer snel door.

• Waar gaat deze tekst over?

3) Ik bekijk de vragen.

4) Ik lees de tekst langzaam en goed (hardopdenkend)

5) Ik maak de vragen.

Waar gaat deze
tekst over?

Hoe pak ik een tekst aan?

1) Ik verken de tekst. 

• Waar denk ik dat deze tekst over gaat?

2) Ik lees de tekst een keer snel door.

• Wat vind ik van deze tekst? Wat is het onderwerp?

3) Ik bekijk de vragen.

4) Ik lees de tekst langzaam en goed (hardopdenkend)

5) Ik maak de vragen.

Vragen

1. Hoe zijn de vreugdevuren in Den Haag ontstaan?

2. Waarom zijn er rellen in Den Haag?

3. Waardoor ging het vorig jaar mis met de vreugdevuren?

4. Hoe worden de vreugdevuren gemaakt?

Hoe pak ik een tekst aan?

1) Ik verken de tekst. 

• Waar denk ik dat deze tekst over gaat?

2) Ik lees de tekst een keer snel door.

• Wat vind ik van deze tekst? Wat is het onderwerp?

3) Ik bekijk de vragen.

4) Ik lees de tekst langzaam en goed (hardopdenkend)

5) Ik maak de vragen.

1. Hoe zijn de vreugdevuren in Den Haag ontstaan?

1. Het begon als een reclamestunt van een fabriek die open haarden verkocht.
2. Het begon als een wedstrijd op televisie om te kijken wie de hoogste vuurstapel kon maken.
3. Vroeger verbrandden jongeren kerstbomen. Maar er was te veel ruzie, dus bedacht de gemeente de vreugdevuren.
4. Mensen vonden het gewoon leuk om een hoog vuur te maken tijdens nieuwjaar. Daarom bedachten ze de vreugdevuren.

2. Waarom zijn er rellen in Den Haag?

1. Mensen vonden dat ze te weinig geld verdienden en gingen daarom staken.
2. Er mogen van de gemeente geen vreugdevuren meer worden gemaakt. Daar zijn sommige mensen boos over.
3. De boeren waren boos, omdat ze minder koeien mogen houden.
4. Mensen zijn ontevreden over onze minister-president Mark Rutten en willen dat er een nieuwe minister komt.

3. Waardoor ging het vorig jaar mis met de vreugdevuren?

1. De houtstapels waren niet goed gebouwd en vielen om.
2. Het weer was te warm en te droog, waardoor er brandjes ontstonden.
3. De houtstapels waren te hoog en het waaide erg hard. Daardoor vlogen er vonken door de lucht en ontstonden er brandjes.
4. Mensen waren het niet eens wie het hoogste vreugdevuur had en gingen met elkaar vechten.

4. Hoe worden de vreugdevuren gemaakt?

1. Honderden mensen werken samen. Ze stapelen duizenden pallets op. Die worden op oudejaarsavond in brand gestoken.
2. Jongeren halen kerstbomen op en maken daar een grote stapel van. Die worden op oudejaarsavond in brand gestoken.
3. Na Sinterklaas gooit iedereen zijn surprises weg. Die worden verzameld en op oudejaarsavond in brand gestoken.
4. Honderden mensen hakken bomen om en stapelen die op elkaar. Die worden op oudejaarsavond in brand gestoken.

Wat heb ik geleerd?

Hoe hebben
we gewerkt?