Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Wat gaan we doen?
Boeken.
Heb je je spullen klaar liggen?
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Vandaag paragraaf 2.1
We gaan leren:
Wat het verschil tussen directe en indirecte ruil is
Hoe je een nieuw saldo berekent
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Question ouverte
Bekijk de foto. Je koopt deze aanbieding. Is dat directe of indirecte ruil? Leg je antwoord uit.
Slide 7 - Question ouverte
Kies het goede antwoord: Je koopt een nieuw telefoonhoesje. Je betaald hem meteen.
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
Slide 8 - Quiz
Kies het goede antwoord: Hans koopt op Marktplaats een auto. Hij betaalt hem via de bank.
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
Slide 9 - Quiz
Mehmet krijgt van een vriend een game en geeft hem er een zak snoep voor terug.
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Maak op je kladpapier deze opdracht en stuur de foto hier in.
Slide 14 - Question ouverte
Je hebt € 12,50 op je bankrekening staan. Je ouders maken € 25,00 zakgeld aan je over. Je neemt € 20,00 op. Wat is nu je saldo op je bankrekening?
Slide 15 - Question ouverte
Nikkie gaat en dagje shoppen. Aan het begin van de dag heeft ze € 98,00 op haar bankrekening staan. Ze betaalt die dag alles met haar pinpas. (zie hiernaast). Wat is het saldo van haar bankrekening daarna? Berekening op je kladpapier maken en foto hier insturen.
Slide 16 - Question ouverte
Maak deze opdracht op je kladpapier. Maak vast een foto, die moet je zo insturen.