Les 6, Organen

1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan wij vandaag doen?

  • Aftekenkaart P3 op papier
  • Tekeningen bespreken
  • Uitleg planten organen
  • Aan de slag met de opdrachten
  • Extra uitdaging
  • Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Aftekenkaart M&N Periode 3
  • elke les bij je hebben
  • niet bij je hebben=materiaal vergeten 

Slide 4 - Diapositive

natuurgetrouwe tekening
Schematische tekening

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

De leerdoelen
  • Ik kan bij planten de verschillende organen herkennen. 
  • Ik kan de functie van de organen van planten herkennen.  

Slide 7 - Diapositive

Organen van planten

Slide 8 - Diapositive

Definitie orgaan
Een deel van een organisme 
dat een bepaalde taak uitvoert

Slide 9 - Diapositive

Organen planten
Planten hebben ook organen.

De organen van planten zijn: 
  • Bloem
  • Blad
  • Stengel
  • Wortel

Slide 10 - Diapositive

Cellen en weefsels
Planten orgaan : een onderdeel van de plant met een taak.
  • bv een blad ->met ontelbaar veel cellen

Een groep cellen met dezelfde vorm en taak noem je een weefsels

Slide 11 - Diapositive

De functies van de organen van een plant

1. Wortels: 
Met de wortels zuigt een plant water 
(met mineralen) op uit de bodem. 
Wortels zorgen er ook voor dat de plant 
stevig in de bodem staat.

Slide 12 - Diapositive

De functies van de organen van een plant

2. Stengel: 
De stengel houdt de plant overeind.
In de stengel lopen dunne ‘buisjes’ waardoor
water en stoffen naar de 
bladeren en bloemen gaan en andersom.

Slide 13 - Diapositive

De functies van de organen van een plant

3. Blad: Voedsel maken voor de plant.
De planten  maken in het bladmoes door
middels van fotosynthese voedsel.

Slide 14 - Diapositive

De functies van de organen van een plant

4. Bloemen: 
De bloemen zijn voor de voortplanting.
In een bloem ontstaan zaden,
waaruit nieuwe planten groeien.

Slide 15 - Diapositive

Verschillende planten-organen en hun functie...

Slide 16 - Diapositive

Differentiëren met opdrachten 
Basis (groene bolletjes): Iedereen maakt deze opdrachten in groepjes of zelfstandig!
Extra ondersteuning(gele bolletjes): Maak  deze opdrachten  wanneer je veel opdrachten van de groene bolletjes  fout maakt.
Verdieping( paarse bolletjes): Maak deze moeilijke opdrachten wanneer je alles goed hebt van de groene bolletjes.
(10 min)

Slide 17 - Diapositive

Welke organen hebben planten?

Slide 18 - Question ouverte

Planten maken hun eigen voedingsstoffen. In welk orgaan doen ze dit vooral ?
A
in de bloemen
B
in de bladeren
C
in de stengels
D
in de wortels

Slide 19 - Quiz

Bloemen zijn organen van planten die nodig zijn voor...
A
De ademhaling van planten
B
De voortplanting van planten
C
De groei van planten
D
Het mooi zijn!

Slide 20 - Quiz

Organen van een plant
bloem
blad
wortel
stengel

Slide 21 - Question de remorquage

Planten hebben ook organen. In welk antwoord staan juiste planten-organen?
A
Wortels, stengels, celkern, vacuole.
B
Stengels, bladeren, wortels, bloemen.
C
Celmembraan, celwand, bladgroenkorrels.
D
Spierstelsel, zenuw- stelsel, bloemen.

Slide 22 - Quiz

Welk orgaan van de plant vervoert stoffen door de plant?
A
Wortel
B
Stengel
C
Blad
D
Bloem

Slide 23 - Quiz

In welke organen van de plant kan fotosynthese plaatsvinden?

Slide 24 - Question ouverte

Planten hebben ook organen. 
Sleep de organen naar de juiste functie.
Transport van stoffen.
Voedsel maken (fotosynthese).
Water en voedingsstoffen uit de grond opnemen.
Stengels
Wortels
Bladeren

Slide 25 - Question de remorquage

1, 2 en 3
zijn de organen van een plant
1
2
3
A
ja
B
nee
C
ja, maar elke plant heeft ook altijd een bloem als orgaan
D
ja, maar elke plant heeft ook altijd zaden als orgaan

Slide 26 - Quiz

Planten kan je ordenen, in groepen verdelen.
Dit doe je door de kenmerken te vergelijken.

Wat is een kenmerk?
A
het grootste orgaan van een plant
B
een eigenschap waaraan je een plant kunt herkennen
C
de manier waarop je een plant moet zaaien
D
de naam van een plant

Slide 27 - Quiz

In de afbeelding zie je de plant vingerhoedskruid.
Hebben organen 1 en 2 dezelfde functie?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Hebben planten organen?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz


Zijn de wortels van planten organen?
A
nee, planten hebben geen organen
B
nee, maar de bloem is wel een orgaan van een plant
C
ja, de wortels zijn inderdaad organen
D
nee, ze slaan alleen reservestoffen op

Slide 30 - Quiz

Even oefenen! Welke functie hoort bij welk orgaan? 
1. Dit orgaan is voor de voortplanting. Hier ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.
2. Water met mineralen opzuigen en vastzetten in de grond
3. Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. Tussen de nerven zit bladmoes, daar maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen.
4. Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.

Slide 31 - Question de remorquage

In welk orgaan van de plant wordt glucose gemaakt?
A
wortel
B
stengel
C
blad
D
bloem

Slide 32 - Quiz


Welk orgaan van planten neemt koolstofdioxide op uit de lucht?
A
Stengel
B
Wortel
C
Bloem
D
Bladeren

Slide 33 - Quiz

Extra uitdaging

Slide 34 - Diapositive

Eetbare delen van planten
Mensen en dieren eten veel delen van planten. Zo kunnen wij, afhankelijk van welke plant, de vruchten, zaden, wortels, stengels of bladeren eten.


Slide 35 - Diapositive

Uitleg
Dit plaatje staat duideljker in je boek. Bekijk deze goed. Je moet voorbeelden kunnen noemen van welke onderdelen we van de plant eten.

Slide 36 - Diapositive

Welke delen van de plant zijn eetbaar?
A
Alleen de bladeren van een plant zijn eetbaar
B
Alle delen van de plant zij eetbaar
C
Dat is afhankelijk van de soort plant
D
Alleen de vruchten van de plant zijn eetbaar

Slide 37 - Quiz

Wat zijn groenten?
A
eetbare delen van een plant
B
eetbare delen van een knolgewas
C
eetbare delen van een blad
D
eetbare delen van een stengel

Slide 38 - Quiz

Wat eet je van een plant?

Combineer de organen van de plant met het goede plaatje.
blad
bloem
stengel
vrucht
wortel
zaad
blad
bloem
stengel
vrucht
wortel
zaad

Slide 39 - Question de remorquage

Afsluiting
  • De twee vragen "Hoe bewijs je dat je het leerdoel beheerst?''
 en ''Wat heb ik geleerd en waar moet ik nog extra aandacht aan besteden?'' uitwerken voor het leerdoel 14 en 15(organen) .

Slide 40 - Diapositive

Hoe ging de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Sondage

Slide 42 - Diapositive