Samenstellingen

Lezen uit je leesboek

10 minuten
in stilte
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lezen uit je leesboek

10 minuten
in stilte

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen uit je leesboek

Samenstellingen
Uitleg
Snap je het?
Opdrachten maken
Afsluiter

Slide 2 - Diapositive

Samenstellingen les 1

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van deze les...
...ken je de regels voor de spelling van samengestelde woorden. 

Slide 4 - Diapositive

Samenstellingen
  • Twee woorden vormen samen een nieuw woord .
  • Vaak twee zelfstandige naamwoorden->school + boek = schoolboek.
  • Soms ook een combinatie van zelfstandig naamwoord met een bijvoeglijknaamwoord->rode+kool=rodekool of een  werkwoord-> les+geven=lesgeven.

Slide 5 - Diapositive

Samenstellingen
  • De bijwoorden  er, hier, daar en waar  vormen vaak een samenstelling met een of twee voorzetsels (eraf, hierheen, daarvandaan, waarnaartoe.)
  • Bij samenstelling moet je soms een tussenklank  -en, -er, -s  of -e tussen de woorden schrijven.

Slide 6 - Diapositive

Regels:
Je schrijft de tussen -en als:
  • Het eerste deel van het woord een znw is.
  • En het znw alleen een meervoudsvorm op -en  heeft-> vissenkom



En het znw alleen een meervoudsvorm op -n of -en heeft.
vissenkom, bloemenvaas

Slide 7 - Diapositive

Je schrijft een tussen -er als :
  • Woorden in het meervoud eindigen op -eren-> kind-kinderen. Dus kind+fiets =kinderfiets

Slide 8 - Diapositive

Je schrijft een tussen -s als je een s hoort:
  • De tussen-s levert problemen op als het tweede deel van de samenstelling begint met een -s
  • Om een foute spelwijze te voorkomen, kun je het tweede deel van de samenstelling vervangen voor een znw dat niet met een -s begint.
  • Hoor je bij de nieuwe samenstelling geen tussen-s, dan schrijf je die bij de andere samenstelling dus ook niet-> dorpsstraat (want :dorpshuis)



Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Snap je het?

Slide 11 - Diapositive

lieveling + schrijver

Slide 12 - Question ouverte

Valentijn + dag

Slide 13 - Question ouverte

telefoon + storing

Slide 14 - Question ouverte

privé + les

Slide 15 - Question ouverte

zon + brand + crème

Slide 16 - Question ouverte

beer + sterk

Slide 17 - Question ouverte

Aan de slag!

Maken: opdrachten 3, 5, 6 en 7
Bladzijdes 118 + 119
Fluisteren
Klaar? Lees verder in je leesboek / werk aan de fictieopdracht / ander huiswerk
Vragen? Lees eerst de theorie op blz. 184 en 185 van je handboek, daarna kan je je vraag aan mij stellen.

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag!

Maken: opdrachten 2, 3 en 4
Bladzijdes 116 + 117
Fluisteren
Klaar? Lees verder in je leesboek / werk aan de fictieopdracht / verder werken aan ander huiswerk
Vragen? Lees eerst de theorie op blz. 198 en 199 van je handboek, daarna kan je de vraag aan mij stlelen
timer
15:00

Slide 19 - Diapositive

Afsluiter

Maak een zin waar minstens twee samenstellingen in voorkomen.
timer
1:00

Slide 20 - Diapositive

Lezen uit je leesboek

10 minuten
in stilte

Slide 21 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen uit je leesboek

Samenstellingen
Wat weet je nog?
Opdrachten nakijken
Opdrachten maken
Nakijken
Afsluiter

Slide 22 - Diapositive

Wat weet je nog?
Staan                                                                                     Zitten
  • zonnebrandcrème                                          zonnenbrandcrème
  • groentensoep                                                   groentesoep
  • gezinsituatie                                                     gezinssituatie
  • TikTokvideo                                                        TikTok-video
  • rijstenpap                                                           rijstepap
  • kaasstengels                                                    kaastengels

Slide 23 - Diapositive

Nakijken

opdrachten 2, 3 en 4
Bladzijdes 118 + 119


Slide 24 - Diapositive

Nakijken

opdrachten 2, 3 en 4
Bladzijdes 116 + 117


Slide 25 - Diapositive

Aan de slag!

Maken: opdrachten 5, 6 en 7
Bladzijdes 117
Fluisteren
Klaar? Lees verder in je leesboek / werk aan de fictieopdracht / ander huiswerk
Vragen? Lees eerst de theorie op blz. 184 en 185 van je handboek, daarna kan je je vraag aan mij stellen.
timer
3:00

Slide 26 - Diapositive

Kahoot

Slide 27 - Diapositive

Check-out
  • Maak van de woorden  bloem+ vaas een samengesteld woord
  • bloemenvaas
  • Maak van de woorden ei+dop een samengesteld woord
  • eierdop

Slide 28 - Diapositive

Afsluiting
Lesdoel:
Je kunt nieuwe woorden vormen door twee bestaande woorden samen te voegen. Als je zo'n samenstelling maakt van twee zelfstandige naamwoorden, moet je soms  -en, -er  schrijven tussen de twee woorden. 
De volgende les gaan we verder met de  tussenklank -e en het koppelteken

Slide 29 - Diapositive

Aan de slag 
Wat? Opdracht 1 t/m 5 pp. 124-125 OB, je maakt ze tijdens de les
Hoe? Zelfstandig en stil.
Tijd? 10 minuten.
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs.
Klaar? Kom bij me langs om een antwoordblad te halen en kijk de opdrachten na.
timer
15:00

Slide 30 - Diapositive

Huiswerk 7/6/24
Lees de theorie op pp. 184-186.
Maak opdracht 1 t/m 5  pp. 124-125 OB voor zover nog niet af tijdens de les. Verder maak je opdracht 6 t/m 8 pp. 124-125 OB.
Neem je leesboek mee!!

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Lezen
timer
20:00

Slide 33 - Diapositive

Vandaag
  • Lezen uit je leesboek 20'
  • Lesdoel
  • Uitleg tussenklank -e en koppelteken 10'
  • Huiswerk nakijken 5' 

Slide 34 - Diapositive

Samenstellingen les 2

Slide 35 - Diapositive

Je schrijft een  tussen -e als:
  • Als het eerste deel iets unieks is -> zonnebril - maneschijn
  • Als het eerste deel geen meervoud heeft ->rijstepap
  • Als het eerste deel een meervoud op -s  heeft->lentekriebels, aspergesoep
  • Als het eerste deel een meervoud op -s  en -en heeft->geboortedag
  • Als het eerste deel een bnw versterkt-> apetrots, pikkedonker


Slide 36 - Diapositive

Maarrrr
Soms laat de uitspraak of de spelling het niet toe om woorden aan elkaar te schrijven, terwijl we het wel als één begrip bedoelen.
We maken dan gebruik van een koppelteken (-)

Slide 37 - Diapositive

Het koppelteken
Gebruik je bij een samenstelling ALS er sprake is van:
  • een klinkerbotsing (bijvoorbeeld: eu, ie, ee, au, ou, oo enz.)-> diploma-uitreiking
  • een afkorting, teken, letter (#-teken, t-splitsing, vwo-leerling, maar bij uitspraak als één woord havoklas geen koppelteken)
  • een tweede deel met een hoofdletter; aardrijkskundige namen (Noord-Holland)
  • twee gelijkwaardige delen (je bent chef EN kok = chef-kok)
  • een voorvoegsel uit de lijst( pp.220 HB!!!) (kandidaat-astronauten).

Slide 38 - Diapositive

Het koppelteken
  • anderstalige woorden die normaal los geschreven zijn (dejà-vugevoel normaal zeg je ik had net en dejà vu)
  • van woorden van een vaste woordgroep (kant-en-klaarmaaltijd) 

Slide 39 - Diapositive

Huiswerk nakijken
Opdracht 1 t/m 5 pp. 124-125 OB voor zover nog niet nagekeken tijdens de vorige les. 
Opdracht 6 t/m 8 pp. 124-125 OB. 
Kom bij me langs voor een antwoordblad
timer
5:00

Slide 40 - Diapositive

Huiswerk 10/6/24
Lees de theorie op pp. 187.
Maak opdracht 1 t/m 5  pp. 126-127 OB 

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Wat is niet goed geschreven?
  • 100-jarige/minister-president/piano-muziek
  • piano-muziek->pianomuziek
  • x-as/astma-aanval/gymnastiek-les
  • gymnastiek-les
 

Slide 43 - Diapositive

Afsluiting
Lesdoel:
je kunt de tussen -e en het koppelteken gebruiken in samenstellingen.

Slide 44 - Diapositive

Huiswerk nakijken
Opdracht 1 t/m 5 pp. 124-125 OB voor zover nog niet nagekeken tijdens de vorige les. 
Opdracht 6 t/m 8 pp. 124-125 OB. 
Kom bij me langs voor een antwoordblad
timer
5:00

Slide 45 - Diapositive

Huiswerk 10/6/24
Lees de theorie op pp. 187.
Maak opdracht 1 t/m 5  pp. 126-127 OB 

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van deze les...
...kun je de tussen -e en het  koppelteken gebruiken in samenstellingen.

Slide 48 - Diapositive

Terugblik
Vorige les heb je geleerd welke regels je toepast bij het vormen van samenstellingen

Slide 49 - Diapositive

Hoe schrijf je dit woord?
  • Hoe schrijf je dit woord vis+kom=vissenkom, omdat het linkerdeel van het woord een zelfstandig naamwoord is en de meervoudsvorm eindigt op -en.

Slide 50 - Diapositive

Kindenfiets of kinderfiets?
  • Als woorden in het meervoud eindigen op -eren-> kind-kinderen-> kind+fiets =kinderfiets.  

Slide 51 - Diapositive

Maak van bruid+sluier een goede samenstelling
  • Bruidssluier
  • Vervang sluier door het woord taart. Bruidstaart
  • Je hoort bij de nieuwe samenstelling een tussen-s, dus schrijf je een tussen -s
  • Lees voor de andere 4 uitzonderingen pp. 199 van je handboek nogmaals goed door!!! 

Slide 52 - Diapositive