Chapitre 3: Les 12 herhaling "Het bezittelijkvoornaamwoord"

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Programme
  • Wat hebben we vorige les gedaan?




Doel van vandaag (herhaling) 
  • corriger: ex: 30, 31, 32 
  • Aan het einde van de les ken je de rijtjes van het bezittelijk voornaamwoord uit je hoofd en kun je die ook toepassen.

Slide 2 - Diapositive

Prenez vos livres page 126
corriger ex: 30, 31, 32 

Slide 3 - Diapositive

Schema

mijn
jouw
haar/zijn

ons/onze
uw/jullie
hun


mannelijk
mon
ton
son

notre
votre 
leur
vrouwelijk
ma
ta
sa

notre
votre
leur
meervoud
mes
tes
ses

nos
vos
leurs

Slide 4 - Diapositive

Let op klinkerbotsing en stomme h!
Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk is EN begint met een klinker of stomme h, dan gebruik je mon, ton, son.
Julie est mon amie.
C'est mon histoire.

Slide 5 - Diapositive

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (mijn) frère
A
mon
B
ma
C
son
D
sa

Slide 6 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (jouw) mère
A
ton
B
ta
C
son
D
sa

Slide 7 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (zijn) soeur
A
sa
B
ton
C
son
D
ta

Slide 8 - Quiz

het bezittelijk voornaamwoord.

(uw)… amis

Slide 9 - Question ouverte

Het bezittelijk voornaamwoord:
... soeur (zijn)

Slide 10 - Question ouverte

Het bezittelijk voornaamwoord:
... devoirs (hun)

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn/haar) amie

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) père

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal in het Frans

hun school

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal in het Frans :

Haar boeken

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal in het Frans :

Onze vrienden (m)

Slide 16 - Question ouverte

Wat heb je herhaald?

Slide 17 - Carte mentale

Hoe goed snap jij het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Ik snap het niet
Voor degenen die het niet goed snappen nog, jullie komen voorin zitten voor extra uitleg. 

Als je het snapt zie volgende dia:

Slide 19 - Diapositive

Au travail
  • Apprendre: tabel bezittelijk voornaamwoord

Slide 20 - Diapositive

Wat ging goed
en wat kan beter?
(Top & Tip)

Slide 21 - Carte mentale