Taalcompleet A1 Hoofdstuk 4 t/m 4.10
1 / 18
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
eten en drinken
Slide 2 - Carte mentale
A
de boodschappen
B
de agenda
C
de oven
D
de bootschappen
Slide 3 - Quiz
A
het fruit
B
de groenten
C
de groente
D
het frout
Slide 4 - Quiz
A
de aardappel
B
de kool
C
de appel
D
de aardappels
Slide 5 - Quiz
A
de lepel
B
de vork
C
het mes
D
de oven
Slide 6 - Quiz
wat is dit?
Slide 7 - Question ouverte
Waar koop je brood en taart?
Slide 8 - Question ouverte
Maak een zin met:
lekker
lekker
Slide 9 - Question ouverte
Ik koop een boek voor € 25,50.
Ik heb 30,00
Ik heb 30,00
A
Dat is genoeg
B
Dat is niet genoeg
Slide 10 - Quiz
Wat is meer dan € 35,65
A
35,56
B
35,99
C
35,10
D
35,00
Slide 11 - Quiz
Wat is minder dan
€ 30,15
€ 30,15
A
29,99
B
31,15
C
30,50
D
30,00
Slide 12 - Quiz
Maak een zin met
nooit
nooit
Slide 13 - Question ouverte
Maak een zin met
bijna
bijna
Slide 14 - Question ouverte
maak een zin met
meestal
meestal
Slide 15 - Question ouverte
Maak een vraag bij deze zin.
Fatima drinkt cola.
Fatima drinkt cola.
Slide 16 - Question ouverte
Maak een vraag bij deze zin.
Nikar woont in Nederland.
Nikar woont in Nederland.
Slide 17 - Question ouverte
Maak een vraag bij deze zin.
Marteen zegt 10 keer sorry.
Marteen zegt 10 keer sorry.
