Bloedsomloop BB BS 3 en 4
1 / 21
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Diapositive
Hoort het hart bij het bloedvatenstelsel?
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quiz
De grote bloedsomloop gaat naar.....
A
alle organen van het lichaam
B
de longen
Slide 5 - Quiz
De kleine bloedsomloop gaat naar.....
A
alle organen van het lichaam
B
de longen
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Hoe heet het bloedvat dat VAN de lever AF stroomt?
A
leverader
B
leverslagader
Slide 8 - Quiz
Hoe heet het bloedvat dat NAAR de nier toestroomt?
A
nierader
B
nierslagader
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Het hart heeft .... holle ruimten
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 12 - Quiz
De bovenste ruimten in het hart heten de ...........
A
boezems
B
kamers
Slide 13 - Quiz
De onderste ruimten in het hart heten de ...........
A
boezems
B
kamers
Slide 14 - Quiz
De kamers zijn groter of kleiner dan de boezems?
A
groter
B
kleiner
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
In de KLEINE bloedsomloop komt het bloed via de ....... weer in het HART
A
aorta
B
longslagader
C
longaders
D
holle ader
Slide 17 - Quiz
In de GROTE bloedsomloop gaat het bloed via de ....... naar het LICHAAM
A
aorta
B
longslagader
C
longader
D
holle ader
Slide 18 - Quiz
In de GROTE bloedsomloop komt het bloed via de ....... weer in het HART
A
aorta
B
longslagader
C
longader
D
holle ader
Slide 19 - Quiz
In de KLEINE bloedsomloop gaat het bloed via de ....... naar de LONGEN
A
aorta
B
longslagader
C
longader
D
holle ader
