Proeftoets T1 - Taal, Spelling - 1VWO

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Proeftoets T1 - Taal, Spelling - 1HV

Cursus 4 Taal - §1, 2 en 3

Cursus 7 Werkwoordspelling - §7-12

Doe goed mee met deze proeftoets...

Als het goed is, weet je aan het eind van deze les waar je nog aandacht aan moet besteden.

Is de uitspraak waar of niet waar?
Als je in Nederland bent geboren, is Nederlands automatisch je moedertaal.

1. waar
2. niet waar

Is het grote deel letterlijk of figuurlijk taalgebruik?

Spelling is makkelijk. DAAR DRAAI IK MIJN HAND NIET VOOR OM.

1. letterlijk
2. figuurlijk

Is het grote deel letterlijk of figuurlijk taalgebruik?

Baris STOOTTE ZIJN KNIE toen hij langs jouw tafel liep.

1. letterlijk
2. figuurlijk

Vul het juiste woord in bij de uitdrukking:
Het plan van Janne valt in .......

Vul het juiste woord in bij de uitdrukking:
Mijn broertje doet met mee voor spek en ......

Vul het juiste woord in bij de uitdrukking:
Met deze brugklas ben ik in de zevende....

Noteer de juiste persoonsvorm:
Hij wordt steeds langer, maar ...... jij dat ook?

Noteer de juiste persoonsvorm:
Ik verhuis, maar jij ........ niet.

Noteer de juiste persoonsvorm:
Jij durft veel, maar ....... jij meer dan David?

Noteer de juiste persoonsvorm in de tt:
(verkleden) ........ Luke zich wel vaker?

Noteer de juiste persoonsvorm in de tt:
(reizen) Meneer Tak ..... nogal eens naar Egypte.

Is dit werkwoord sterk of zwak?
slachten

1. sterk
2. zwak

Is dit werkwoord sterk of zwak?
groeien

1. sterk
2. zwak

Is dit werkwoord sterk of zwak?
onthouden

1. sterk
2. zwak

Is dit werkwoord sterk of zwak?
spuiten

1. sterk
2. zwak

Waar of niet waar?
In de verleden tijd krijg je altijd DT.

1. Dat is waar
2. Dat is niet waar
3. Nee man, ben je niet lekker?
4. Ja, maar alleen op zondag

Schrijf de juiste pv in de verleden tijd
Shi (branden) helaas zijn vingers.

Schrijf de juiste pv in de verleden tijd
Bert en Ernie (verraden) hun zusje.

Schrijf de juiste pv in de verleden tijd
Na de wandeltocht (strekken) Sarah en Gieneke zich lekker uit.

Schrijf de juiste pv in de verleden tijd
Ik (verwachten) je al!

Schrijf de juiste pv in de verleden tijd
De kip (broeden) de hele week op haar eieren.

Schrijf de juiste pv in de verleden tijd
Sorry, ik (vergissen) me in de tijd.

Wat is het voltooid deelwoord van...
betalen - ik heb .......

Wat is het voltooid deelwoord van...
krabben - ik heb .......

Wat is het voltooid deelwoord van...
proeven - ik heb .......

Wat is het voltooid deelwoord van...
zinken - ik ben.......

Wat is het ONVOLTOOID deelwoord van...
lopen

Wat is het ONVOLTOOID deelwoord van...
spreken

Wat is het ONVOLTOOID deelwoord van...
kwijlen

Noteer het bijvoeglijk naamwoord in de juiste spelling.
de (verbranden) krant

Noteer het bijvoeglijk naamwoord in de juiste spelling.
de (redden) drenkeling

Krijg je in de verleden tijd nu stiekem toch wél een DT...?

1. Zeker weten.
2. Echt niet!!
3. Nee!!! Hou er nou eens over op!
4. Alleen als je meneer Tak pure chocolade geeft.

Welk VOLTOOID of ONVOLTOOID deelwoord?
de (loszitten) veter

Welk VOLTOOID of ONVOLTOOID deelwoord?
het (blozen) meisje

Welk VOLTOOID of ONVOLTOOID deelwoord?
de (oprichten) vereniging

Welk VOLTOOID of ONVOLTOOID deelwoord?
de (uithongeren) krokodil

Welk VOLTOOID of ONVOLTOOID deelwoord?
het (boeien) verhaal

Tot zover....!!

Wat vind jij?

1. Ik ben klaar voor de toets
2. Ik moet er misschien nog even naar kijken
3. Ik moet nog best een hoop doen
4. Ik snap er nog weinig van