Havo 4 Nectar 8.2

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Paragraaf 8.2

Deze periode (TW4)

Deze periode (TW4)

Stel dat de bruinvis verdwijnt uit de Westerschelde. Welk effect heeft dat waarschijnlijk op het aantal zeehonden?

1. Neemt af
2. Blijft gelijk
3. Neemt toe

Stel dat de bruinvis verdwijnt uit de Westerschelde. Welk effect heeft dat waarschijnlijk op de hoeveelheid zoöplankton?

1. Neemt af
2. Blijft gelijk
3. Neemt toe

Stel men haalt de merel uit dit voedselweb. Welk organisme zal daardoor ook flink kunnen afnemen? 

1. koolmees
2. slak
3. paardenbloem
4. kever

In het voedselweb is aangegeven wie door wie opgegeten wordt.

Wie is de producent van dit voedselweb?

1. algen
2. kikker
3. vis
4. reiger

Wat is de vlierbes in dit voedselweb?

1. Consument 1e orde
2. Consument 2e orde
3. Consument 3e orde
4. Producent

Welke bewering is waar?

1. netto productie=bruto productie - assimilatie
2. netto productie=bruto productie - dissimilatie
3. netto productie=bruto productie + assimilatie
4. netto productie=bruto productie + dissimilatie

Hoe groot is de bruto primaire productie van het ecosysteem loofbos?

2/13

1. 28.7
2. 56.6
3. 43.2
4. 175.2

Leerdoelen 8.1

Leerdoelen 8.2

Kringlopen

Koolstof-kringloop

Koolstofkringloop

BiNaS 93F

Welke kringloop is dit?

1. De stikstofkringloop
2. De koolstofkringloop
3. De zuurstofkringloop
4. De kringloop van het leven

In de koolstofkringloop wordt door organismen organische stoffen verbrand. Bij welke groep organismen is dit?
Meerdere antwoorden mogelijk!

1. Producenten
2. Reducenten
3. Consumenten
4. Afvaleters

Welke stof hoort niet thuis in de koolstofkringloop?

1. Water (H2O)
2. Koolstofdioxide (CO2)
3. Glucose (C6H12O6)
4. Calciumcarbonaat (CaCO3)

Wat geven dieren in de koolstofkringloop door aan de reducenten (bacteriën en schimmels)?

1. Afgevallen blaadjes
2. Verbranding
3. Dode resten en uitwerpselen
4. Fotosynthese

Leerdoelen 8.2

• Lezen 8.3 (5 min!)
• Maken 8.2: opdracht 15, 16, 19, 20, 21

Aan het werk