Vocabulaire chapitre 5, phrases-clés et lire
1 / 17
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Vertaal: manger
Slide 2 - Question ouverte
vertaal: la tasse
Slide 3 - Question ouverte
vertaal: devenir
Slide 4 - Question ouverte
veraatl: car
Slide 5 - Question ouverte
vertaal: râler
Slide 6 - Question ouverte
vertaal: la moutarde
Slide 7 - Question ouverte
vertaal: cassé(e)
Slide 8 - Question ouverte
vertaal: surtout
Slide 9 - Question ouverte
au restaurant
Slide 10 - Carte mentale
Phrases-clés: schrijf op wat je vanavond gaat eten en drinken
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
vertaal: een vraag stellen
Slide 13 - Question ouverte
vertaal: de regen
Slide 14 - Question ouverte
vertaal: ik ga naar bed
Slide 15 - Question ouverte
vertaal: ik kleed me aan
Slide 16 - Question ouverte
vertaal: meerdere
