9.1 en 9.2 Bijzondere grafieken en Som- en verschilgrafiek



● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: 
● Uitleg
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
bij
bij

Boek blz 159
pen en papier. + GR + geodriehoek 
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?

H9.2 Som-en verschilgrafiek
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon



● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: 
● Uitleg
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
bij
bij

Boek blz 159
pen en papier. + GR + geodriehoek 
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?

H9.2 Som-en verschilgrafiek

Slide 1 - Diapositive

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Blooket
21 vragen over bBijzondere grafieken:
15 vragen over formules en grafieken: 
41 vragen over grafieken inclusief lezen van grafieken:
26 vragen Balansmethode (2TL):

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H9.1 Bijzondere grafieken
-  Bijzondere grafieken leren kennen
- Bijzondere grafieken leren gebruiken
- Bijzondere grafieken leren tekenen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Tip: y = ax + b
Tip: a = rc: verschil van twee coördinaten (y1 : y2) : (x1 en x2)
Tip: b= startgetal: is waar de lijn de -y-as snijdt
verschil van x



Welke formule hoort bij lijn 3? 
A
y = 3
B
x = 3
C
y = 2
D
x = 2

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke formule hoort bij de rode lijn?
A
y = 3
B
x = 3
C
y = 2
D
x = 2

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen H9.2
  • Grafieken van bijzondere formules tekenen.
  • Wat een somformule is en kunt deze berekenen.
  • De somgrafiek van 2 formules of 2 grafieken 
       tekenen.
  • Wat een verschilformule is en kunt deze berekenen.
  • De verschilgrafiek van 2 formules of 2 grafieken 
       tekenen.



H10: Grafieken en vergelijkingen
Vk Grafieken en vergelijkingen
1. Bijzondere formules en  grafieken
2. Som- en verschilgrafiek
3. Vergelijkingen oplossen met
     de balansmethode
4. Oplossen met inklemmen

Slide 7 - Diapositive

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak. 
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen. 
Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.
Terugblik Voorkennis H9.2
  1. Wat zijn het begingetal, de variabelen en de richtingscoëfficiënt in
                          
     y = 2x +3    (geobra docent)
  2. Waar gebruik je variabelen, begingetal en rc voor als je de grafiek maak
  • een lijn te tekenen
  3. Hoeveel is x in deze vergelijking?                
       90 =  - 7,5x +150                              Herleiden  naar x =......   
    4.   Wat is de formule bij de tabel in deze opgave?

Slide 8 - Diapositive

1. geobra
2. docent geeft antwoord
3. 
90 =  - 7,5x +150           herleiden naar x =........
-90                  -90
__________________________
-60 = -7,5 x 
x= 8
4. plaatje kan inzoomen

Terugblik Docent & Geobra
  • Wat kun je vertellen over bijzondere grafieken?
  • Hoe ziet de grafiek van x = 80 er uit?
  • Door welke punten gaat y = x ? 

Slide 9 - Diapositive

plaatje kan inzoomen

Som 1a voorbeeld
  • Wat is som en verschil in de wiskunde?
  • Je kunt ook de som en het verschil uitrekenen van 2 formules met dezelfde variabelen.
  • Stel je gaat fietsen huren. Er zijn 2 typen fietsen, een elektrische fiets en een gewone fiets. De huurprijs van de fietsen is:   
    Elektrische fiets: huurprijs in euro = 25 + 12,50a  
    Gewone fiets:        huurprijs in euro = 15 + 7,50a  
    Hierin is a het aantal dagen dat je de fiets huurt.  
  • Wat kost de huur van de twee fietsen samen?

Slide 10 - Diapositive

som is optellen
verschil is aftellen
Som 1a 
Electrische fiets: huurprijs in euro = 25 + 12,50a  
Gewone fiets:        huurprijs is euro = 15 + 7,50a  
  • a : aantal dagen  
  • Als je de huurprijs van de fietsen gezamenlijk wilt berekenen, gebruik je dan de som of het verschil?
  •                                       Huurprijs in euro =   25   +    12,50 a      
                                            Huurprijs in euro =   15   +       7,50 a                +/+   
                           
                     Totale huurprijs in euro =  40   +    20,00 a      


  • De grafiek van de laatste formule heet de somgrafiek.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschil 1b voorbeeld
Hij vraagt zich af wat het prijsverschil is tussen tent 1 en tent 2.
Formule tent 1: huurprijs in euro = 80 + 250w
Formule tent 2: huurprijs in euro = 20 + 270w
  • Moeten we een som- of een verschilformule maken?                                    
  • Maak de verschilformule tent 1 - tent 2
  •                          huurprijs in euro        =   80   +   250 w         
                             
    huurprijs in euro      =   20   +   270 w         -/-
  •                       prijsverschil in euro =  60   -     20 w
  w: tijd in weken
Hans wil een tent huren.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu gaan de grafiek lezen Verschil 1b
tent 1: huurprijs in euro = 80 + 250w
tent 2: huurprijs in euro = 20 + 270w
tent 1 - tent 2: prijsverschil in euro = 60 -   20w
Teken de verschilgrafiek tent 1 - tent 2
w: tijd in weken

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vervolg Verschil 1b
tent 1: huurprijs in euro = 80 + 250w
tent 2: huurprijs in euro = 20 + 270w
tent 1 - tent 2: prijsverschil in euro = 60 -   20w
Teken de verschilgrafiek tent 1 - tent 2
  • Wat betekent de verschilgrafiek?
  • Na hoeveel weken zijn de tenten even duur?
  • Op welk moment is welke tent 
    goedkoper?
w: tijd in weken

Slide 14 - Diapositive

verschilgrafiek betekent: 
Hoeveel is het prijsverschil na een aantal weken.

De tenten zijn even duur als de verschilgrafiek = 0, dus na 3 weken.

Tent 1 is tot de derde week duurder. 
Tent 2 is duurder na 3 weken.
verschil 2
Som- en verschilgrafiek tekenen als je
twee grafieken hebt. 

  1. Maak een som- of verschiltabel.
  2. Teken de som- of verschilgrafiek.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vervolg Verschil 2
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vervolg Verschil 2
Bijvoorbeeld: Teken de winstgrafiek.
  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vervolg verschil 2: tabel invullen
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vervolg verschil 2: teken grafiek omzet en kosten 
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vervolg verschil 2: bereken de winst
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vervolg verschil 2: winst bereken
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vervolg verschil 2: maak grafiek winst
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

  • Maak hiervan daarna de winstgrafiek:

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 verschil 2: uitgewerkt
Bijvoorbeeld:
Teken de winstgrafiek.

  • Gaat dit om som of verschil?
  • We moeten de verschilgrafiek omzet - kosten
    maken. Maak daarvoor eerst de verschiltabel:

  • Maak hiervan daarna de winstgrafiek:

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Maken: 
Paragraaf 9.2 
blz. 159:  12, 13, 15, 16, 17, 18, 20, 21, 23, 24

Nakijken:
Huiswerk




Achter de les

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Grafieken van bijzondere formules tekenen.
  • Wat een somformule is en kunt deze  berekenen.

  • De somgrafiek van 2 formules of 2 grafieken 
       tekenen.
  • Wat een verschilformule is en kunt deze berekenen.

  • Je kunt de verschilgrafiek van 2 formules of 
       2 grafieken tekenen.



H10: Grafieken en vergelijkingen
Vk Grafieken en vergelijkingen
1. Bijzondere formules en  grafieken
2. Som- en verschilgrafiek
3. Vergelijkingen oplossen met
     de balansmethode
4. Oplossen met inklemmen

Slide 25 - Diapositive

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak. 
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen. 
Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions