1.2 Klimaten Algemeen

Klimaten Algemeen
Tropische klimaten
Droge klimaten
Zeeklimaten
Landklimaten
Koude klimaten 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Klimaten Algemeen
Tropische klimaten
Droge klimaten
Zeeklimaten
Landklimaten
Koude klimaten 

Slide 1 - Diapositive

Hoe werkt het?

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kan per klimaat een aantal kenmerken benoemen.
  • Je weet welke klimaten voorkomen op hoge breedte, lage breedte en gematigde breedte. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Overzicht klimaten: 
  • Tropische klimaten
  • Savanneklimaat
  • Steppeklimaat
  • woestijnklimaat
  • Gematigde klimaten
  • Landklimaat
  • Toendraklimaat
  • Poolklimaat

Slide 5 - Diapositive

Klimaten op lage breedte
  • Tropisch regenwoudklimaat
  • Savanneklimaat
  • Steppeklimaat
  • Woestijnklimaat
Lage breedte
Lage breedte is het gebied tussen de 0 en 30 graden breedte. Dit is dus dicht bij de evenaar.

Slide 6 - Diapositive

Klimaten op gematigde breedte
  • Gematigd zeeklimaat
  • Landklimaat
Gematigde breedte
Gematigde breedte is het gebied tussen de 30 en 60 graden breedte. Dit is dus tussen de evenaar en de polen in.

Slide 7 - Diapositive

Klimaten op hoge breedte
  • Toendraklimaat
  • Poolklimaat
  • Hooggebergteklimaat
Hoge breedte
Hoge breedte is het gebied tussen de 60 en 30 graden breedte. Dit is dus vlakbij de polen.

Slide 8 - Diapositive

A-Klimaat (tropisch regenwoud)
  • Gemiddelde maandtemperatuur boven de 18 graden.
  • Heel veel neerslag dus heel vochtig.
  • Landschap: Dichtbegroeid, regenwoud, palmbomen 

Slide 9 - Diapositive

B-Klimaat (Droog)
  • Bijna alle neerslag verdampt.
  • Te droog voor bomen, soms struiken en gras.
  • Landschap: Woestijn & Steppes

Slide 10 - Diapositive

C-Klimaat (Gematigd)
  • Koudste maand gemiddeld boven de -3 en onder de 18 graden.
  • Warmste maand gemiddeld boven de 10 graden.
  • Loofbossen 

Let op! Er zijn seizoenen, dit heb je niet bij een tropisch regenwoudklimaat!

Slide 11 - Diapositive

D-Klimaat (Landklimaat)
  • Koudste maand gemiddeld onder de -3 graden.
  • Warmste maand gemiddeld boven de 10 graden.
  • Naaldbomen 

Noord-Europa, Rusland, Canada

Slide 12 - Diapositive

E-Klimaat (koude klimaten)
  • Gemiddelde maandtemperatuur nooit boven de 1 0 graden.
  • Te koud voor bomen, soms groeien er mossen.

In de poolgebieden en hoog in de bergen.

Slide 13 - Diapositive

Wat voor klimaat heeft Nederland? kies uit: land klimaat, zee klimaat, gematigd zeeklimaat.
A
land klimaat
B
regen klimaat
C
gematigd zeeklimaat
D
Toendra klimaat

Slide 14 - Quiz

tropisch klimaat of koud klimaat?
A
Tropisch klimaat
B
Koud klimaat

Slide 15 - Quiz

Een koud klimaat is een klimaat waar:
A
Weinig neerslag valt
B
Temperatuur niet boven de 10 graden komt
C
Extreme wisselingen in temperatuur zijn
D
Geen zon komt

Slide 16 - Quiz

tropisch klimaat of woestijn klimaat?
A
Tropisch klimaat
B
woestijn klimaat

Slide 17 - Quiz

Nederland heeft een gematigd klimaat. In Europa zijn meerdere klimaten. Welk klimaat bestaat NIET?
A
poolklimaat
B
hooggebergteklimaat
C
Middellandse Zeeklimaat
D
rivierklimaat

Slide 18 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kan per klimaat een aantal kenmerken benoemen.
  • Je weet welke klimaten voorkomen op hoge breedte, lage breedte en gematigde breedte. 



Slide 19 - Diapositive