H5.4 Wat houd je echt over?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Vandaag

Je hebt nodig:

• Boek
• Schrift 
• Pen/potlood
• Rekenmachine.

• GEEN TASSEN OF ANDERE SPULLEN OP TAFEL.

Vandaag

Huiswerk controle

H5.4 Wat houd je echt over?

Huiswerk controle

H5.3

Opdracht 1 t/m 18

Blz 156 t/m 161

H5 Wat levert het op?

Leerdoelen

• Ik weet wat het verschil is tussen inkoopprijs en inkoopwaarde.
  
• Ik weet hoe ik de brutowinst bereken.
  
• Ik weet hoe ik rekening houdt met bedrijfskosten.
  
• Ik weet hoe ik de uiteindelijke winst bereken.

Inkopen

• De prijs die je voor de inkoop van één product betaalt, is de inkoopprijs.
  
• Het totaalbedrag dat je betaalt voor de inkoop van alle producten is de inkoopwaarde.
  

Blijft er iets over?

• Door producten te verkopen, ontvang je als winkelier geld.

• Het totaalbedrag dat je door de verkoop ontvangt, is de omzet of verkoopopbrengst.

• Met een deel van de omzet betaal je de inkoopwaarde van de producten.

• Wat daarna overblijft is de brutowinst.

De kosten van een bedrijf

Nadat je de inkoopprijs betaald hebt, heb je nog andere kosten.

Dat zijn je bedrijfskosten, zoals:

• personeelskosten (loonkosten)
  
• huur van je winkelpand
  

• verzekeringskosten
• reclamekosten
  
• energiekosten
  
• kosten van de winkelinrichting.
  

Wat blijft er uiteindelijk over?

• Van de brutowinst moet je als winkelier nog de bedrijfskosten betalen.
• Wat daarna overblijft, is de nettowinst.
• De nettowinst is je inkomen.

Nettowinst berekenen

Aan de slag

H5.4

Opdracht 1 t/m 19 

Blz 162 t/m 167