leçon 38_futur simple_fa3

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Bonjour !

Le programme :

        Aujourd'hui (=vandaag) :

• Pratiquer le dialogue "au camping"
• Réviser le futur proche et apprendre le futur simple 

leçon 36

Dialogue 2B + 2C p. 7-8

(taaldorpboekje) 

Le futur simple

Futur simple = toekomende tijd

ik zal werken

jij zal fietsen

hij zal lopen

wij zullen eten

zij zullen kopen

Futur simple - toekomende tijd

• Beschrijft de gebeurtenis in de (verre) toekomst
• In NL gebruik je hulpwerkwoord ZULLEN maar er is geen ww. zullen in het Frans
• Voor regelmatige werkwoorden is de regel: HELE WERKWOORD + UITGANG van AVOIR

Futur simple

	Hele ww	Uitgang	Futur simple
Je	manger	-ai	Je manger ai
Tu	manger	-as	Tu manger as
Il / Elle / On	manger	-a	Il manger a
Nous	manger	-ons	Nous manger ons
Vous	manger	-ez	Vous manger ez
Ils / Elles	manger	-ont	Ils manger ont

futur proche of futur simple?

le futur proche

• nabije toekomst
• gaan + heel werkwoord

le futur simple

• toekomst
• zullen + hele werkwoord

• vorm présent van "aller" + het hele werkwoord

• hele werkwoord 

+  uitgangen van avoir

Des questions ?

J'utiliserai le futur simple!

Supplément

1. Faire l'exercice E page 50
2. Faire l'exercice F pages 50-51 (futur proche + futur simple)

Exercice E page 50

• je finirai
• tu finiras
• il / elle / on finira
• nous finirons
• vous finirez
• ils / elles finiront

Les devoirs : 

• Apprendre: StudyGo 1-4 N-F + supplément pages 47-50
• Faire: supplément, exercice F pages 50-51