QUIZ 3 + THEORIE

par. 3.3
Regelmaat in tabellen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

par. 3.3
Regelmaat in tabellen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

REGELMAAT OF NIET?

  • Zet de toename bij de bovenste rij en de onderste rij.


  • Is er sprake van een regelmatige toename?


  • Wat is de richtingscoëfficiënt? 

Slide 3 - Diapositive

REGELMAAT OF NIET?

  • Zet de toename bij de bovenste rij en de onderste rij.


  • Is er sprake van een regelmatige toename?


  • Wat is de richtingscoëfficiënt?

Slide 4 - Diapositive

QUIZ 2
formules en grafieken

Slide 5 - Diapositive

Werkblad

Slide 6 - Diapositive


Hoe heb je de vorige opdracht gemaakt?
A
goed
B
gedeeltelijk goed
C
fout

Slide 7 - Quiz

Werkblad

Slide 8 - Diapositive


Hoe heb je de vorige opdracht gemaakt?
A
goed
B
gedeeltelijk goed
C
fout

Slide 9 - Quiz

Is er sprake van een regelmatige toename?
Zo ja, wat is dan de rc van de grafiek die er bij hoort.
A
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 1.
B
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is -1.
C
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is -10
D
Nee, er is geen regelmatige toename. Er is dus geen rc.

Slide 10 - Quiz


A
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 10.
B
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 15.
C
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 11,6
D
Nee, er is geen regelmatige toename. Er is dus geen rc.

Slide 11 - Quiz


A
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 6.
B
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 5,3.
C
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 11,2.
D
Nee, er is geen regelmatige toename. Er is dus geen rc.

Slide 12 - Quiz


A
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 0,5.
B
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 1.
C
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 2.
D
Nee, er is geen regelmatige toename. Er is dus geen rc.

Slide 13 - Quiz


A
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 0,5.
B
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 1.
C
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 2.
D
Nee, er is geen regelmatige toename. Er is dus geen rc.

Slide 14 - Quiz


A
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 0,5.
B
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 1.
C
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 2.
D
Nee, er is geen regelmatige toename. Er is dus geen rc.

Slide 15 - Quiz


A
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is -0,1.
B
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is -10.
C
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 10.
D
Nee, er is geen regelmatige toename. Er is dus geen rc.

Slide 16 - Quiz


A
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 3.
B
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 16.
C
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is 48.
D
Nee, er is geen regelmatige toename. Er is dus geen rc.

Slide 17 - Quiz


A
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is -1250.
B
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is -7500.
C
Ja, er is een regelmatige toename. De rc is -11250.
D
Nee, er is geen regelmatige toename. Er is dus geen rc.

Slide 18 - Quiz

BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN -BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN- BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN 

Slide 19 - Diapositive