Maandag Middag

Maandag 7 april
Thema 1 Wie ben jij? 
1.4 weekend

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Maandag 7 april
Thema 1 Wie ben jij? 
1.4 weekend

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorige week?
Welke vraag heb jij over de vorige les?
Wat heb je de vorige les geleerd?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
 Lesdoelen 1.4 
De student kan meer Nederlandse woorden en uitdrukkingen gebruiken.

De student kan uitleggen hoe hij of zij het beste nieuwe woorden kan leren.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lied: Het is weer vrijdag
1. De titel: voorspel waar het lied over gaat?



Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Lied: Het is weer vrijdag
Welk plaatje past bij het lied?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lied: Het is weer vrijdag
                               Welke bekende woorden hoor je?

                                        Waar gaat het lied over?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lied: het is weer vrijdag
Werkblad liedtekst
Maak de opdrachten

Wat zijn coupletten?
Wat is het refrein?
Oefening 51: vul de ontbrekende woorden in


Slide 8 - Diapositive

Hoe moest deze activiteit ook alweer?
En korte uitleg voor studenten die er de vorige les niet bijwaren.

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Coupletten? Nieuwe tekst,
Refrein? Makkelijk te onthouden, veel herhaling, het klinkt lekker.



Slide 10 - Diapositive

Hoe moest deze activiteit ook alweer?
En korte uitleg voor studenten die er de vorige les niet bijwaren.
Waarom fietsen Nederlanders zoveel?

  • Je gaat op je laptop kijken/ lezen/ luisteren 
  • Begrijp je woorden niet? Kun je ze raden uit de context?  Nee?
                     Zoek ze op met google translate
  • Schrijf het woord op in je schrift + voorbeeldzin
  • Om __ uur wil ik graag het antwoord horen op de vraag

Klaar? Maak blz 22 + 23 af in je boek.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom fietsen Nederlanders zoveel?

Klaar? Maak blz. 22 + 23 af in je boek.



Antwoord: 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe leer jij het beste nieuwe woorden te begrijpen en te gebruiken?

Slide 14 - Diapositive

Studenten laten nadenken over het nut van deze werkvorm > 
  • beroepscontext
  • de weg vragen/ wijzen
  • duidelijkheid vragen

Spinner voor random aanwijzen

Uitkomsten verschijnen hierna op het bord
Woordvierkant

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
 Lesdoelen 1.4 
De student kan meer Nederlandse woorden en uitdrukkingen gebruiken.
De student kan meer Nederlandse woorden benoemen en herkennen.
De student kan uitleggen hoe hij of zij het beste nieuwe woorden kan leren.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions