Werkwoordspelling 2
1 / 16
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Ik _____________ het formulier in.
(vullen)
(vullen)
Slide 2 - Question ouverte
De _____________ trui heb ik weggegooid.
(krimpen)
(krimpen)
Slide 3 - Question ouverte
Toen _____________ wij de kapotte lamp.
(repareren)
(repareren)
Slide 4 - Question ouverte
Jij _____________ de scores van de voetbalwedstrijd.
(bekijken)
(bekijken)
Slide 5 - Question ouverte
Het _____________ papier ligt in de prullenbak.
(scheuren)
(scheuren)
Slide 6 - Question ouverte
De schilder verliet het _____________ huis.
(verven)
(verven)
Slide 7 - Question ouverte
Jack _____________ de vloer schoon.
(vegen vt)
(vegen vt)
Slide 8 - Question ouverte
Wij hebben alle namen _____________.
(kennen)
(kennen)
Slide 9 - Question ouverte
Het _____________ gezicht leek net echt.
(tekenen)
(tekenen)
Slide 10 - Question ouverte
Afgelopen donderdag _____________ de kinderen naar de bibliotheek.
(wandelen)
(wandelen)
Slide 11 - Question ouverte
Het _____________ aantal
werd net bereikt.
(vragen)
werd net bereikt.
(vragen)
Slide 12 - Question ouverte
An en Jaap _____________ in de aflevering van vorige week heel hard.
(lachen)
(lachen)
Slide 13 - Question ouverte
We hebben de spullen _____________.
(opruimen)
(opruimen)
Slide 14 - Question ouverte
_____________ jij volgende week 12 jaar?
(worden)
(worden)
Slide 15 - Question ouverte
Ramon heeft het goed _____________.
(bedoelen)
(bedoelen)
