Lumières

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
fMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Littérature: 
1. Moyen Âge
2. Renaissance
3. Classicisme
4. Lumières
5. Romantisme
6. Réalisme
7. Fin de siècle
11. Existentialisme

Slide 2 - Diapositive

Lumières/Verlichting
Intro filmpje Thieme

* Lumières: 1715 - 1789


Slide 3 - Diapositive

* Monarchie absolue: Louis XIV (regeert van 1643 - 1715), le roi soleil, middelpunt van het heelal: langst regerende vorst : 72 jaar!
L'état, c'est moi



Slide 4 - Diapositive

1715 - 1723 : La Régence, totdat Louis XV volwassen is (achterkleinzoon van Louis XIV, zoon en kleinzoon waren al overleden)
1723 - 1774: Louis XV
1774 - 1789 : Louis XVI (kleinzoon van Louis XV)
14 juli 1789: Bestorming van de Bastille
1793: Louis XVI en Marie-Antoinette onthoofd

Slide 5 - Diapositive

Société
Tijdens de regeerperiode van de autoritaire Louis XIV had literatuur het doel de koning te dienen. Na zijn dood werd het makkelijker revolutionaire ideeën te uiten. 


Slide 6 - Diapositive

Filosofen en schrijvers streven naar:
- vrijheid van meningsuiting
- tolerantie
- gelijkheid

Uitgangspunt: vertrouwen in het menselijke verstand. Alles in de wereld moet getoetst worden aan de eigen, kritische geest.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

La révolution française
Door de ideeën van de verlichte filosofen en de armoede in het land was er steeds meer onvrede. De koning en de adel leefden in rijkdom en gaven niets om de arme bevolking. Na de zoveelste verhoging van de broodprijzen braken er rellen uit in de straten van Parijs. 14 juli 1789: bestorming van de Bastille (gevangenis, symbool van de macht van de koning) 
Nieuwe leus: liberté, égalité, fraternité.

Slide 10 - Diapositive

Littérature
Literatuur wordt gezien als middel om de lezer op te voeden en kennis bij te brengen.

Nieuwe genres: briefroman, reisverhaal, filosofische sprookje

Slide 11 - Diapositive

Belangrijke schrijvers/filosofen
- Voltaire
- Diderot
- Rousseau
- Montesquieu

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Voltaire: Candide ou l'optimisme
1. Ze waren vóór de afschaffing van de slavernij. Ze hadden kritiek op maatschappelijke misstanden en geloofden in gelijke kansen, rechten en plichten voor iedereen.
2. a. Ze hebben nog 2 schapen beladen met goud en juwelen. regel 4-5: il nous reste encore deux moutons avec plus de trésors que n'en aura jamais le roi d'Espagne.

Slide 14 - Diapositive

b. vb. Son maître lui donne seulement un caleçon comme vêtement. On lui a coupé la main, parce qu'il n'a pas fait attention à la meule. On lui a coupé une jambe parce qu'il a voulu s'enfuir.
c. Dominees of priesters
d. U zult me dus moeten toegeven dat je met je familieleden niet op een verschrikkelijkere manier om kunt gaan.
e. Hij kan niet anders dan het optimisme opgeven, nu hij dit gehoord heeft.
3. vb. Er staat niet echt dat hij tegen de slavernij is. Er staat wel dat hij vindt dat je mensen niet zo kunt behandelen als Vanderdendur zijn slaven behandelt. Hij noemt dat cette abomination.

Slide 15 - Diapositive