5.1en5.2formatief-schu
1 / 21
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is een globetrotter?
A
Een wereldreiziger
B
Een toerist
C
Iemand die graag wandelt
D
Een vakantieganger
Slide 2 - Quiz
Hoe heette het supercontinent?
A
Micronesië
B
Pangea
C
Himalaya
D
Antartica
Slide 3 - Quiz
Wat was er miljoenen jaren geleden anders aan de continenten?
Slide 4 - Question ouverte
Waarom was de aarde in het begin nog niet leefbaar?
Slide 5 - Question ouverte
Leg uit wat een supercontinent is.
Slide 6 - Question ouverte
Wat is een ander woord voor een werelddeel?
A
Mondiaal
B
Continent
C
Aardplaat
D
Supercontinent
Slide 7 - Quiz
Hoe oud is onze aarde?
A
13,8 miljard jaar
B
13,8 miljoen jaar
C
4,5 miljard jaar
D
4,5 miljoen jaar
Slide 8 - Quiz
Wat is een aardplaat?
A
Een groot stuk aardkorst
B
Een groot stuk aardmantel
C
Een groot stuk buitenkern
D
Een groot stuk binnenkern
Slide 9 - Quiz
Aardplaten schuren EN
Aardplaten botsen.
Het gevolg hiervan is:
Aardplaten botsen.
Het gevolg hiervan is:
A
Mensen boren naar gas
B
Er ontstaan vulkanen
C
Er ontstaan aardbevingen
Slide 10 - Quiz
Zwaardere aardplaten schuiven onder lichtere aardplaten.
Het gevolg hiervan is:
Het gevolg hiervan is:
A
Er ontstaat gebergte
B
De zware aardplaten smelt
C
De grond wordt vruchtbaar
Slide 11 - Quiz
Is dit lava of magma?
A
lava
B
magma
Slide 12 - Quiz
Aardplaten schuiven uit elkaar
Magma stijgt en stolt tot gesteente
Er ontstaat een spleet
De vulkaan barst uit
Slide 13 - Question de remorquage
Zoek het juiste woord bij de zin!
De ....... bestaat uit aardplaten
Die aardplaten drijven op de warme .......
Door die bewegingen ontstaan aardbevingen langs de ........
Mantel
Breuken
Aardkorst
Slide 14 - Question de remorquage
Er bestaan twee soorten aardplaten welke zijn dit?
A
Oceanische & landplaten
B
Tektonische plaat & aardplaat
C
Oceanische & continentale platen
D
Continentale platen & zeeplaten
Slide 15 - Quiz
Wat is de schaal van Richter?
A
begrip dat aangeeft hoeveel steen gesmolten is.
B
los stuk had steen
C
de kracht om een aardbeving aan te geven
D
trilling die ontstaat bij plotselinge verschuiving van de aarde.
Slide 16 - Quiz
Sleep het begrip naar de juiste plek
Hypocentrum
Epicentrum
Breuklijn
Slide 17 - Question de remorquage
Koppel de naam van de aardlagen aan de juiste plek op de afbeelding.
Aardkorst
Binnenkern
Aardmantel
Buitenkern
Slide 18 - Question de remorquage
Wat is de binnenste aardlaag?
A
Aardkorst
B
Aardmantel
C
Buitenkern
D
Binnenkern
Slide 19 - Quiz
Hoe heet de heetste aardlaag?
A
Aardkern.
B
Aardmantel.
C
Aardkorst.
D
Het goede antwoord staat er niet bij.
Slide 20 - Quiz
In de standenmaatschappij was de eerste stand?
A
Boeren en Burgers
B
Geestelijke
C
Edelen
