H2: betalen opdr 1 t/m9

• Struxx mijn geld
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Les doelen

Aan het einde van deze les weet jij:

- Hoe je kunt betalen

- hoe je internetbankieren kan uitleggen

Woorden hussel (welk woord staat hier?)

bnetenreIkinteran

Tip

De eerste letter is:

i (hoofdletter is I)

De laatste letters eindigen op:

en

Op welke manieren kan je betalen?

Je koopt een fiets voor €44,50 en je betaalt met €50,00.
Hoeveel geld krijg je teryg?

De rekensom

1. 3,50
2. 6,50
3. 4,50
4. 5,50

Betaal je contant of met je pinpas?

Een game op het internet

Een bos bloemen voor €10

Een tosti in de kantine

Pinpas

Pinpas

Pinpas

Contant

Contant

Contant

Sla opdracht 4 over en

 maak opdracht 5!

Pagina 19

Leg uit:
Wat betekent internetbankieren?

Welke banken ken jij? Denk aan:
ING .... en welke nog meer?

Lees: 'Een Bankrekening'

Pagina 20 lezen:

Maak daarna opdracht 7.

Je hebt €30 op je rekening
Je moeder geeft je €15
Je pint €20
Hoeveel heb je op de bankrekening?

Tip!

1. €15
2. €25
3. €35
4. ¤5

Zet het kruisje op de goede plek

Tip

Schrijf de juiste antwoorden op in je boek op pagina 22.

X

X

X

X

X

X

Leg uit: Wat betekent internetbankieren?

Les doelen

Aan het einde van deze les weet jij:

- welke manieren er zijn om iets te betalen

- hoe je internetbankieren kan uitleggen

Welk les doel heb jij behaald?

Ik weet welke manieren er zijn om iets te betalen

Ik kan internetbankieren kan uitleggen

Dit weet ik!

Dit weet ik!

Dit weet ik niet!

Dit weet ik niet!