Spreekopdracht vrije tijd / hobby

Zelfstandig werken aan de spreekopdracht

Je werkt zelfstandig verder met de voorbereiding van de spreektoets over vrije tijd of je huis. 

Ik deel deze les met jullie om zelfstandig door te werken.
Doe deze les als je kiest voor de opdracht Hobby / vrije tijd 
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Zelfstandig werken aan de spreekopdracht

Je werkt zelfstandig verder met de voorbereiding van de spreektoets over vrije tijd of je huis. 

Ik deel deze les met jullie om zelfstandig door te werken.
Doe deze les als je kiest voor de opdracht Hobby / vrije tijd 

Slide 1 - Diapositive

Deadline inleveren 4 juni
Uiterlijk woensdag 4  juni 
lever je de 
video van je spreekopdracht
digitaal in via Teams opdrachten
Uitleg Spreekopdracht
Hier kun je de hele uitleg van de spreekopdracht nog een keer nalezen

Slide 2 - Diapositive

Kapitel 6 Freizeit
Op Seite 26 vind je de woordenlijst over hobby's en vrije tijd
Op Seite 22 vind je de zinnen over hobby's en vrije tijd

In de les oefen je met zinnen die je kunt gebruiken in je video presentatie. Gebruik je boek om dingen op te zoeken, soms staan de bladzijdes (Seite) erbij. 

Slide 3 - Diapositive

Gebruik een woordenboek
Als je een online woordenboek gebruikt, let dan goed op dat je de juiste vertaling vindt. 
Google translate geeft altijd maar 1 optie (soms de foute)
Als je uitmuntend.de gebruikt kun je zelf de juiste vertaling kiezen.

Slide 4 - Diapositive

Gebruik een woordenboek
Klik op de link en zoek de volgende woorden op:
Tik ze 1 voor 1 in op de volgende dia's 
breien
dansen
tekenen


Slide 5 - Diapositive

Wat is de vertaling van breien?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de vertaling van dansen?

Slide 7 - Question ouverte

Gebruik hier google translate:
Wat is de vertaling van tekenen?

Slide 8 - Question ouverte

Welke hobby's heb je zelf? Of over welke hobby's zou je willen vertellen?
Zoek het duitse woord op in het boek of online

Slide 9 - Question ouverte

Zeg in het duits wat je lievelingssport is:
Mein Lieblingssport ist ............
Gebruik Seite 22 en 26

Slide 10 - Question ouverte

Zeg in het duits wat je hobby is: mijn hobby is ...
(kies iets anders dan je sport)

Slide 11 - Question ouverte

Beschrijf je hobby of sport met 3 woorden: b.v. leuk, makkelijk, moeilijk
Gebruik Seite 26

Slide 12 - Question ouverte

De getallen
Je kunt ook getallen gebruiken
om aan te geven hoe vaak je iets doet. 
- Ik speel vier keer per week voetbal
- Ik dans zeven dagen in de week. 
- Ik doe twee sporten.
- Mijn training duurt drie uur.
- Ik zing met twaalf mensen in een koor.
Je vindt de getallen als paginanummers in je boek. 

Slide 13 - Diapositive

Zeg in het duits hoe vaak je een hobby/sport doet, bv: ik speel drie keer per week voetbal.

Slide 14 - Question ouverte

De dagen van de week
Je kunt ook de dagen van de week noemen
waarop je sport.   
- Ik speel op dinsdag hockey
- Ik heb op zaterdag een wedstrijd
- Op zondag ga ik vissen
 
Je vindt de dagen van de week ook in Kapitel 3
Op maandag = Am Montag 

Slide 15 - Diapositive

Zeg in het duits op welke dag je je hobby/sport doet:

Slide 16 - Question ouverte

Gebruik Seite 22. Vertaal:
Ik ga elke maandag zwemmen.

Slide 17 - Question ouverte

Gebruik Seite 22. Vertaal:
Ik ga dinsdags paardrijden.

Slide 18 - Question ouverte

Meer informatie
Hoe lang doe je je hobby of sport al?
Waarom is je hobby of sport leuk?
Met wie doe je je hobby/sport?
Welke hobby of sport zou je ook nog wel willen doen?

Op de volgende dia's geef je antwoord op deze vragen. 

Slide 19 - Diapositive

Hoe lang doe je je hobby of sport al?
Wie lange spielst du schon Fußball/Hockey/Tennis? 

Ich spiele seit drei Jahre Tennis - Ik speel sinds drie jaar tennis
Ich reite seit ich sechs Jahre alt bin - Ik rijd paard sinds ik zes jaar oud ben
*Ich habe mit schwimmen angefangen als ich fünf Jahre alt war - ik ben met zwemmen begonnen toen ik vijf jaar oud was

Slide 20 - Diapositive

Hoe oud was je toen je begon met je sport?
Vertaal: Ik was ... jaar oud.

Slide 21 - Question ouverte

Zeg in het duits hoe lang je jouw hobby of sport al doet.
gebruik het woord seit (= sinds)

Slide 22 - Question ouverte

Waarom is je hobby of sport leuk?
omdat = weil
Ich liebe Fußball, weil ich gern bewege
Ich tanze, weil es spaß macht
Ich zeichne gern, weil ich kreativ bin
Ich liebe angeln, weil ich es mit mein Opa mache

Of verzin zelf nog een reden

Slide 23 - Diapositive

Zeg in het duits waarom je jouw sport of hobby doet:

Slide 24 - Question ouverte

Met wie doe je je hobby/sport?
mit meine Freudin - met mijn vriendin
mit meine Freunden - met mijn vrienden
mit mein Bruder - met mijn broer
mit meine Mutter - met mijn ouders
mit mein Opa - met mijn opa

Slide 25 - Diapositive

Zeg in het duits met wie je je sport doet:
B.v. Ik bak taarten met mijn oma

Slide 26 - Question ouverte

Welke hobby of sport zou je ook nog wel willen doen?
Misschien mag je dit niet doen, is het te duur, moet je ouder zijn, of kan het niet in Nederland. Maar welke sport of hobby lijkt je ook gaaf om te doen?
- Ich will auch gern Ski fahren (skiën)
- Ich möchte motorcross machen (motorcross doen)
- Ich will / ich möchte Japanisch lernen  (japans leren)
- Ich möchte in einer Band singen / Schlagzeug spielen (drums)

Slide 27 - Diapositive

Welke sport of hobby zou je ook wel willen doen?

Slide 28 - Question ouverte

Werk verder ....
Als je al deze vragen doorlopen hebt, kun je al veel vertellen over je sport / hobby. Je kunt de les terugkijken en doorbladeren en de zinnen die je gemaakt hebt overschrijven in je schrift of kopieren naar Word. 
Lees de tekst in het Duits een paar keer voor en kijk hoe lang het duurt. Als je nog geen 40 seconden tekst hebt moet je er nog meer bij verzinnen. 

Slide 29 - Diapositive

Werk verder ....
Als je je tekst hebt uitgeschreven of getypt kun je het aan mij laten zien, dan geef ik feedback. 
Bedenk ook wat voor leuke, orginele beelden je kunt laten zien in je video. 
Neem je video op, zorg dat het 1 tot 1,5 minuut duurt. Je moet zelf 40 seconden spreken en daarbij in beeld zijn. 
Lever de video in via Teams.
Nogmaals, we kijken de video niet met de klas, ik ben de enige die hem bekijkt. 

Slide 30 - Diapositive