Oefentoets 3B spelling en grammatica 2

Oefentoets 3B spelling en grammatica 2
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets 3B spelling en grammatica 2

Slide 1 - Diapositive

Woordsoorten

Slide 2 - Diapositive

lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
voorzetsel
telwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
De
kat
van
de
buren
heeft
veel
vlooien
dikke
leuke

Slide 3 - Question de remorquage

persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
jullie
het
je
haar
hij
uw
ons
ze
hun
zijn
me
hem

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

Een boek - twee ......
een auto - twee ......
een café - twee .......
een vaas - twee ........
een kolonie - twee .....

Meervoud

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Maak van de twee losse woorden een samenstelling. Schrijf de hele samenstelling op (met of zonder koppelteken).

groente + soep
Samenstellingen

Slide 8 - Question ouverte

Maak van de twee losse woorden een samenstelling. Schrijf de hele samenstelling op (met of zonder koppelteken).

vmbo + school
Samenstellingen

Slide 9 - Question ouverte

Maak van de twee losse woorden een samenstelling. Schrijf de hele samenstelling op (met of zonder koppelteken).

vmbo + school
Samenstellingen

Slide 10 - Question ouverte

Maak van de twee losse woorden een samenstelling. Schrijf de hele samenstelling op (met of zonder koppelteken).

breedbeeld + tv
Samenstellingen

Slide 11 - Question ouverte

Maak van de twee losse woorden een samenstelling. Schrijf de hele samenstelling op (met of zonder koppelteken).

stad + school
Samenstellingen

Slide 12 - Question ouverte

Maak van de twee losse woorden een samenstelling. Schrijf de hele samenstelling op (met of zonder koppelteken).

16 + jarige
Samenstellingen

Slide 13 - Question ouverte

(belanden) Hij ........ nog eens in de bak.

Slide 14 - Question ouverte

(belanden) Hij is in de bak .................

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

(smelten) Door het .................... ijs ontstond er een wak.

Slide 17 - Question ouverte

(nylon) De ...... riem zat strak om zijn buik.

Slide 18 - Question ouverte

(diamant) Ze kreeg een ......... ring voor haar verjaardag.

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Ik heb gisteren              papa gezien. (jou/jouw)
Ik denk dat deze jas van              is. (jou/jouw)
Proficiat!           mag            prijs komen afhalen! (u/uw)
Heeft           deze formulieren al ingevuld? (u/uw)
jouw
jou
u
uw
u

Slide 21 - Question de remorquage

Slide 22 - Diapositive

Vrouwen kunnen beter tegen pijn als / dan mannen.
A
als
B
dan

Slide 23 - Quiz

De voetballer behaalde hetzelfde niveau als / dan zijn vader.
A
als
B
dan

Slide 24 - Quiz

Toch trainde hij wel veel meer als/dan zijn vader
A
als
B
dan

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive


De agent had geen bekeuring uitgeschreven. 

(hulpwerkwoord of zelfstandig werkwoord)
A
hww
B
zww

Slide 27 - Quiz


Klas 3B1 heeft aan een voetbalwedstrijd meegedaan. 

(hulpwerkwoord of zelfstandig werkwoord)
A
hww
B
zww

Slide 28 - Quiz


Die aardige docent van Nederlands kopieerde mijn leerstof. 

(hulpwerkwoord of zelfstandig werkwoord)
A
hww
B
zww

Slide 29 - Quiz


Ik heb mijn tas gepakt. 

(hulpwerkwoord of zelfstandig werkwoord)
A
hww
B
zww

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

Schrijf alleen de woorden op die een trema krijgen. Zet het trema op de goede plaats in het woord.

poezie
drieendertig
buien
reeen

Slide 32 - Question ouverte

LEREN
In Magister heb je een mail gekregen met de samenvatting en linkjes om een paar onderdelen mee te oefenen. 

Daar ga je mee aan de slag!

Slide 33 - Diapositive