OEFENEN TOETSSTOF

Welkom!
  • Mobiel in je tas
  • Petten af / jassen uit
  • Schrift en pen op tafel
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
  • Mobiel in je tas
  • Petten af / jassen uit
  • Schrift en pen op tafel

Slide 1 - Diapositive

Doel van deze les
Oefenen met toetsstof:
      > welk soort vragen kan je verwachten?
      >  hoe beantwoord je vragen volledig

Aan het einde van deze les begrijp je hoe je moet leren voor de toest (wat kan je verwachten?) en heb je geoefend met het beantwoorden van toetsvragen.


Slide 2 - Diapositive

Planning van vandaag
  • Quiz!
  • Zelf bepalen waar je nog oefening kan gebruiken.
  • Oefenen.

Slide 3 - Diapositive

Hoe ver denk je te zijn?
De toets bestaat uit:
- Multiple choice vragen.
- Korte open vragen.
- Lange open vragen. (analyse!)


Slide 4 - Diapositive

Hoe ver denk je te zijn?
Schrijf voor jezelf op hoe ver jij al denkt te zijn met het leren / oefenen voor de toets. 

1. Ik heb nog niks gedaan, dus denk dat ik nog niet genoeg weet / kan.
2. Ik heb goed m'n huiswerk gemaakt en meegedaan in de les, dus denk dat ik redelijk wat weet / kan.
3. Ik heb al een en ander voorbereid, dus denk dat ik al goed op weg ben met wat ik moet weten / kunnen.


Slide 5 - Diapositive

Wat verstaan we onder "beeldende kunst"?
A
Schilderijen
B
Schilderijen en beelden
C
Afbeeldingen of uitbeeldingen die zowel plat, als ruimtelijk kunnen zijn
D
Afbeeldingen die ons laten nadenken over belangrijke vraagstukken

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Onder welke stroming kan dit schilderij worden ingedeeld?
A
Impressionisme
B
Expressionisme
C
Minimalisme
D
Popart

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Welk soort vormen zie je in dit schilderij?
A
Geometrische vormen
B
Organische vormen
C
Gestileerde vormen
D
Abstracte vormen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Bij welke architectuurstroming zou je dit gebouw kunnen indelen?
A
Modernisme
B
Structuralisme
C
Postmodernisme
D
Supermodernisme

Slide 12 - Quiz

Noem één kenmerk waaraan je kon herkennen dat dit gebouw bij deze stroming hoort.

Slide 13 - Question ouverte

Bij welke architectuurstroming hoort de uitspraak: "form follows function"?
A
Structuralisme
B
Modernisme
C
Supermodernisme
D
Neotraditionalisme

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Is de stoel op de vorige afbeelding "toegepaste kunst"? Leg uit waarom.

Slide 16 - Question ouverte

Welk kenmerk hoort bij de designstroming Bauhaus?
A
Degelijk design voor een groot publiek beschikbaar
B
Organische lijnen en vormen
C
Uitbundige decoraties
D
Sociaal betrokken

Slide 17 - Quiz

Wat betekent in het theater de term mimiek?
A
Gezichtsuitdrukking
B
Lichaamstaal
C
Houding
D
Beweging

Slide 18 - Quiz

Hoe kan een theaterregisseur met mise-en-scène een verhaal vertellen?

Slide 19 - Question ouverte

De regisseur bepaalt dat de acteurs een beetje overdreven moeten acteren. Hoe noemen we dat?
A
Dramatische speelstijl
B
Gestileerde speelstijl
C
Naturalistische speelstijl
D
Vierde wand-speelstijl

Slide 20 - Quiz

Hoe kan je de kunstenaar Bansky koppelen aan de dimensie Feit & Fictie? Leg uit in één zin.

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Hoe kan je de dimensie Schoonheid & Lelijkheid koppelen aan de vorige afbeelding?

Slide 23 - Question ouverte

Drie verdiepende vragen
Hebben jullie onder andere geoefend bij theater (analyseren van de voorstelling!), de dimensies en in het maken van jullie huiswerk. Oefenen door middel van de verbredende en de verdiepende vragen in het boek.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Drie verdiepende vragen
  • In een interview zegt Jeff Wall over Boy falls from tree: 'Het is niet alleen mijn herinnering. Hij is ook van miljarden anderen. Hij is niet mijn eigendom. En dat vormde ook de aantrekkingskracht ervan.' Wat denk je dat Wall hiermee bedoelt?
H2 - Vraag 7: blz. 18

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Drie verdiepende vragen
De Van Nellefabriek is een voorbeeld van modernistische architectuur. Het moest een paleis worden voor de moderne arbeider. Dit sloot aan bij het ideaal van de verheffing (=verbeteren van de positie/ontwikkeling) van de arbeider.

Licht aan de hand van twee kenmerken van het modernisme toe hoe dit ideaal van de verheffing terug te zien is in het ontwerp van De Van Nellefabriek.  

Slide 28 - Diapositive

Weten jullie nog??!

Slide 29 - Diapositive

Hoe beantwoord je een vraag bij CKV?
Stap 1: VOORSTELLING: WAT zie je? 
Beschrijf hoe jij het kunstwerk interpreteert.
Stap 2: VORMGEVING: HOE is het gemaakt? 
Beschrijf de vormgevingselementen van het kunstwerk.
Wees gedetailleerd! 
Stap 3: ANALYSEREN: KOPPEL het hoe en het wat aan elkaar. 
Hoe zijn de vormgevingselementen gebruikt om de boodschap over te brengen? 

Slide 30 - Diapositive

En nu?
Oefenen!
Bepaal voor jezelf: waar kan ik nog oefening in gebruiken?

  1. De basis: de multiple choice vragen.
  2. De verbreding: de korte open vragen.
  3. De verdieping: de uitgebreide open vragen.

Slide 31 - Diapositive

Oefenen
  1. De basis: de multiple choice vragen.
    Maak voor jezelf een samenvatting van de leerstof.
  2. De verbreding: de korte open vragen (en in welk hoofdstuk?).
    Zie oefenopdrachten.
  3. De verdieping: de uitgebreide open vragen.
    Zie oefenopdrachten.
>> DENK AAN DE DRIE STAPPEN!
>> STEL VRAGEN!

Slide 32 - Diapositive