Quiz
1 / 48
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wanneer start het Oktoberfest in Duitsland?
A
September
B
Oktober
C
November
D
Dezember
Slide 3 - Quiz
Welk merk heeft Adolf Dassler opgericht?
A
Nike
B
Adidas
C
Puma
Slide 4 - Quiz
Welk merk heeft Rudi Dassler opgericht?
A
Nike
B
Adidas
C
Puma
Slide 5 - Quiz
Waar ligt Wien?
A
Österreich
B
Schweiz
C
Deutschland
D
Belgien
Slide 6 - Quiz
Van welk land was Sisi de keijzer?
A
Österreich-Ungarn
B
Österreich
C
Ungarn
D
Preußen
Slide 7 - Quiz
Wie is de bondskanslier van Duitsland?
A
Olaf Scholz
B
Friedrich Merz
C
Angela Merkel
D
Wladimir Putin
Slide 8 - Quiz
Wat is dit jaar 80 jaar geleden?
A
Einde van de Tweede WO
B
Begin van de Tweede WO
C
Einde van de Eerste WO
D
De geboorte van prinses Beatrix
Slide 9 - Quiz
In welke stad was dit jaar de Eurovision song contest?
Slide 10 - Question ouverte
Welk land heeft dit jaar de Eurovision Song Contest gewonnen?
A
Österreich
B
Schweiz
C
Deutschland
D
Luxemburg
Slide 11 - Quiz
Welke bedrijf hoort bij dit logo?
Slide 12 - Question ouverte
Welke bedrijf hoort bij dit logo?
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Welke bedrijf hoort bij dit logo?
Slide 15 - Question ouverte
Welke bedrijf hoort bij dit logo?
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Vidéo
Slide 18 - Vidéo
Welk woord komt nu?
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Diapositive
In het Duits wordt het woord Sau vaak voor andere woorden geplakt. Wat betekent het?
A
zo
B
vet
C
zeug
D
kei
Slide 21 - Quiz
Welk standaardscheldwoord met Sau kun je tegenkomen?
A
alte Drecksau
B
böde Saukuh
Slide 22 - Quiz
Hoe heet dit 'kleine klootzakje'?
Slide 23 - Question ouverte
Welke vloekwoorden met poep zijn gangbaar in het Duits?
A
Scheiße
B
Kacke
C
Puppe
D
Mist
Slide 24 - Quiz
Wat betekent Nervensäge letterlijk?
Slide 25 - Question ouverte
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Welke BN'er hoor je hier?
Slide 28 - Question ouverte
Welke BN'er hoor je hier?
Slide 29 - Question ouverte
Slide 30 - Diapositive
Ich .... noch viel lernen.
A
müsse
B
muss
C
moete
D
musst
Slide 31 - Quiz
Er ... keine Lust auf morgen.
A
hat
B
habt
C
hatte
D
habst
Slide 32 - Quiz
Ich mache die Hausaufgaben mit ... Mutter.
A
mein
B
meine
C
meiner
D
meines
Slide 33 - Quiz
Wir ... es nicht besser.
A
wußten
B
wüssten
C
wisten
D
wussten
Slide 34 - Quiz
... du ... helfen?
A
Kannst...mir
B
Kann..mir
C
Kannst...mich
D
Können.. ich
Slide 35 - Quiz
Ich freue...
A
mir
B
mich
C
dich
D
dir
Slide 36 - Quiz
Wo ... du hin?
A
gehen
B
gehtst
C
gehst
D
ging
Slide 37 - Quiz
Slide 38 - Diapositive
Wie zingt dit nummer?
A
Nena
B
Lena
C
Lisa
Slide 39 - Quiz
Slide 40 - Vidéo
Welche Sprache hörst du hier?
A
Österreichisch
B
Plattdeutsch
C
Schweizerisch
Slide 41 - Quiz
Wie zingt dit nummer?
Slide 42 - Question ouverte
Slide 43 - Vidéo
Wer singt das Lied 'Du hast'?
