1HV H7 procenten berekenen 4.2 tm 4.4

Wiskunde
We leren rekenen met procenten (ook met een verhoudingstabel)
We leren tabellen aflezen en omzetten naar percentages.

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wiskunde
We leren rekenen met procenten (ook met een verhoudingstabel)
We leren tabellen aflezen en omzetten naar percentages.

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Vragen over het huiswerk?

Slide 2 - Diapositive

Deel berekenen
Bereken 18% van 87



Het totaal aantal is 87. Daarboven komt 100%.
De vraag is hoeveel is 18%?
%
      100
    18
aantal
        87

Slide 3 - Diapositive

Deel berekenen
Bereken 18% van 87



Vul alles wat je weet op de juiste plaats in. Laat de middenkolom leeg.
%
aantal

Slide 4 - Diapositive

Deel berekenen
Bereken 18% van 87


In de bovenste rij zie je twee getallen. Daar zet je een 1 in bovenin de middenste kolom. Hoeveel is 1 %?
Om van 100 naar 1 te komen moet je delen door 100.
Om van 1 naar 18 te komen moet je x 18 doen.
%
      100
          1
      18
aantal
        87

Slide 5 - Diapositive

In een verhoudingstabel doe je wat je boven doet ook beneden.
Bereken 18% van 87





Je rekent het zo uit: 87 : 100 x 18 = 15,66   Afgerond is dit 16
%
     100
         1
        18
aantal
      87
        16
:100
:100
x 18
x 18

Slide 6 - Diapositive

Procenten berekenen
In 2A wordt gevraagd hoe ze naar school komen, 19 leerlingen komen op de fiets, 4 lopend en 2 met de trein.
Bereken hoeveel procent van de leerlingen op de fiets naar school komen. (Hoeveel leerlingen zitten er in 2A?
aantal
%

Slide 7 - Diapositive

Procenten berekenen
In 2A wordt gevraagd hoe ze naar school komen, 19 leerlingen komen op de fiets, 4 lopend en 2 met de trein.
Bereken hoeveel procent van de leerlingen op de fiets naar school komen.
aantal
25
19
%
100
?

Slide 8 - Diapositive

Procenten berekenen
In 2A wordt gevraagd hoe ze naar school komen, 19 leerlingen komen op de fiets, 4 lopend en 2 met de trein.



                                                                                                     (100:25X19=76)
Het antwoord is dus 76% komt met de trein
aantal
    25
     1
     19
%
   100
     76
:25
:25
x19
x19

Slide 9 - Diapositive

Zelfstandig werken
Maak de opdrachten op BM 4.2 t/m 4.4

Dit is het huiswerk voor maandag 14 maart.
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive