H5.6 De betekenis van werk

H5.6 De betekenis van werk
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

H5.6 De betekenis van werk

Slide 1 - Diapositive

Progamma
Quiz 5.1 t/m 5.5
Uitleg 5.6
Oefentoets

Slide 2 - Diapositive

I. Privileges zijn formeel vastgelegd.
II. Wie over veel sociaal kapitaal beschikt, heeft een uitgebreid netwerk van mensen.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 3 - Quiz

Het sluiten van compromissen tussen overheid, vakbonden en de […] noemen we het […]. Als gevolg van loonmatiging stegen de export, de bedrijfswinsten en de […]. Door de daling van de […] voor de overheid nam de […] bij werknemers af.
Welke begrippen horen op de puntjes?

A
werkgevers, poldermodel, werkgelegenheid, werkloosheidsuitgaven, sociale premiedruk.
B
werknemers, poldermodel, werkgelegenheid, werkloosheidsuitgaven, hoge inkomstenbelasting.
C
werkgevers, harmoniemodel, werkgelegenheid, werkloosheidsuitgaven, hoge inkomstenbelasting.
D
werknemers, poldermodel, EU-afdrachten, werkloosheidsuitgaven, hoge inkomstenbelasting.

Slide 4 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
A
Liberalen zijn fel tegen een sociaal vangnet.
B
Sociaaldemocraten zijn voor een samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven.
C
Christendemocraten willen dat kerkelijke organisaties meer greep krijgen op de inrichting van het socialezekerheids¬stelsel.
D
Liberalen en sociaaldemocraten vinden beide dat de overheid meer invloed moet krijgen.

Slide 5 - Quiz

De sociale voorzieningen zijn bedoeld voor mensen die:
A
arbeidsongeschikt zijn geworden.
B
werkloos zijn.
C
geen aanspraak kunnen maken op een andere verzekering.
D
enige tijd ziek zijn.

Slide 6 - Quiz

Aan het einde van deze les kan ik...
  • met behulp van het begrip arbeidsethos uitleggen dat werk materiële en immateriële behoeften vervult.
  • beschrijven hoe drie verschillende ontwikkelingen (technologisering, flexibilisering, globalisering) invloed hebben op de arbeidsmarkt, de verzorgingsstaat én mijn eigen toekomst op de arbeidsmarkt.

Slide 7 - Diapositive

Waarom werken we?
Arbeidsethos: de waarde die mensen aan werk toekennen
plaats- en tijdgebonden
Realiseren van...
materiele behoeften: inkomen voor levensonderhoud
immateriële behoeften: zelfontplooiing, sociaal contact. 


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Werk en sociale ongelijkheid
Werk bepaalt maatschappelijke positie
1. Bijbaan
2. Stage
3. Startersbaan
4. baan met kennis en ervaring (hoger salaris)
= opwaartse sociale mobiliteit
Maar...
ongelijke ontwikkelkansen door sociale ongelijkheid 
(opleiding niet afronden, werkeloos zijn, geen doorstroommogelijkheden)

Kennis, welvaart en (politieke) macht zijn ongelijk verdeeld
omgeving en aangeboren factoren

Slide 10 - Diapositive

Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
Flexibilisering
  • toename zzp'ers
Technologisering:
  • efficiënt en goedkoop, 
  • maar mensen verliezen hun baan
  • toch creëren van technologie heb je mensen nodig 
  • tijd voor uitdagender taken 
Globalisering
  • economieën met elkaar verbonden = 1 gemeenschappelijke EU arbeidsmarkt
  • voordeel: veel samenwerkingen en deel proces in lageloonlanden
  • Nadeel: banen verdwijnen,  concurrentie tussen bedrijven, slechte arbeid

Slide 11 - Diapositive

Oefentoets
12 meerkeuzevragen
4 openvragen zonder bron
3 gesloten vragen met bron

Maak de toets zoals een echte toets dus:
Gebruik geen boek 
Geen hulp van buurman/buurvrouw 
Gebruik geen internetbronnen zoals chatgpt dit registreert  Learnbeat
Niet op tijd af? maak hem thuis verder

Slide 12 - Diapositive