s = opp. rechthoek s = opp. driehoek s = driehoek + rechthoek
Slide 20 - Diapositive
Tijdens een goochelshow trekt een goochelaar snel een tafelkleed onder een stapel borden vandaan. De borden blijven bijna op hun plaats liggen. Welk natuurkundig begrip verklaart waarom de borden blijven liggen?
A
Zwaartekracht
B
Wrijvingskracht
C
Traagheid
D
Snelheid
Slide 21 - Quiz
Traagheid
Hoe groter de massa van een voorwerp, hoe moeilijker het is om de snelheid/richting te veranderen
Een voorwerp met een grotere massa heeft een grotere traagheid.
Slide 22 - Diapositive
Een fietser duwt een kinderkar met een massa van 12,5 kg. Door zijn duw versnelt de kar met 1,8 m/s².
Slide 23 - Question ouverte
Tweede wet van Newton
F = m × a
F: (resulterende) kracht in N
m: massa in kg
a: versnelling in m/s²
Slide 24 - Diapositive
Remkracht berekenen
Om de remkracht van een auto te berekenen gebruik je dezelfde formule. Vaak is de remkracht de enige kracht die werkt.
F = m × a
Slide 25 - Diapositive
Zenden en ontvangen
Elektromagnetische golven worden door de zender gestuurd.
De ontvanger vangt (een deel hiervan) op.
Slide 26 - Diapositive
Welke soort straling zorgt ervoor dat we licht en radiogolven ontvangen, en kan zich ook door de ruimte verplaatsen?
Slide 27 - Question ouverte
Elektromagnetische golven
In de antenne loopt een wisselstroom met een hoge frequentie.
Daardoor worden er elektromagnetische golven in alle richtingen verstuurd.
Slide 28 - Diapositive
Lichtsnelheid
Elektromagnetische golven verplaatsen zich met de lichtsnelheid (symbool: c) Ja, die van E = mc²
De lichtsnelheid is 299 792 458 m/s = 3,0 × 10⁸ m/s
Een 3 met acht nullen.
Slide 29 - Diapositive
De afstand van de zon tot de aarde is ongeveer 150.000.000 km. Bereken hoeveel seconden het duurt voordat het zonlicht de aarde bereikt.
Slide 30 - Question ouverte
Rekenen met lichtsnelheid en afstand
Slide 31 - Diapositive
Eigenschappen van elektromagnetische golven
Iedere golf heeft dezelfde snelheid: lichtsnelheid
De zender geeft de golf een frequentie en dus ook een golflengte
Grote frequentie is kleine golflengte.
Slide 32 - Diapositive
Elektromagnetisch spectrum
De golflengte bepaalt wat voor soort elektromagnetische golf je hebt:
Slide 33 - Diapositive
Wat betekent het wanneer straling "ioniserend" is?
Slide 34 - Question ouverte
Ioniserende straling
Als straling wordt geabsorbeerd, komt de energie vrij.
Straling met veel energie heet daarom ioniserend.
UV is zwak-ioniserend; röntgen en gammastraling sterk-ioniserend.
Slide 35 - Diapositive
Lenzen
Een lens zijn schijfjes glas die het licht op een bepaalde manier breekt.
Slide 36 - Diapositive
Lichtbundels
Slide 37 - Diapositive
Een evenwijdige lichtbundel valt op een lens. Er komt een divergente lichtbundel uit. Wat voor soort lens heb je?
A
Een bolle lens
B
Een holle lens
C
Een negatieve lens
D
Een positieve lens
Slide 38 - Quiz
Bolle lens
Bij een bolle lens / positieve lens
worden de lichtstralen
naar elkaar toe gebogen.
Een evenwijdige lichtbundel
komt terecht in het brandpunt
(focus point)
Slide 39 - Diapositive
Holle lens
Bij een holle lens /negatieve lens
worden de lichtstralen
van elkaar af gebogen.
Slide 40 - Diapositive
Om een beeld te construeren gebruik je twee constructiestralen. Wat zijn de regels van deze twee stralen?
Slide 41 - Question ouverte
Construeren van het beeld
Twee regels voor constructiestralen:
Lichtstralen door het middelpunt van de lens gaan langs een rechte lijn.
Lichtstralen evenwijdig aan de hoofdas gaan door het brandpunt.
Slide 42 - Diapositive
Construeren van het beeld
Slide 43 - Diapositive
Wat vond je het leukste van natuurkunde? En ga je volgend jaar natuurkunde doen?
Slide 44 - Question ouverte
Aan de slag
Met de oefentoets
Neem een pen, potlood, gum, geo, rekenmachine en woordenboek mee!!!