Hoofdstuk 4

• Verkeer
• Basisschool
• Groep 6

Hoofdstuk 4

Test jezelf

Noem een teken op het wegdek

Noem een teken langs de weg

Kijk, er is een eenrichtingsweg

1. 
2. 
3. 
4. 

Je mag hier niet lopen

1. 
2. 
3. 
4. 

Pas op, een gevaarlijk kruispunt

1. 
2. 
3. 
4. 

Je moet hier rechtdoor of rechtsaf met je fiets.

1. 
2. 
3. 
4. 

E = eenrichtingsweg

W = wegversmalling

N= links of rechtsaf

E

W

N

Bij welk bord kan dit onderbord

1. 
2. 
3. 

Wat bedoelen we
met dit bord

Wat weet je als je dit bord ziet?

Niet iedereen kan tegelijk doorrijden

Tegemoetkomers moeten wachten

Je mag niet verder rijden als er iemand tegemoetkomt.

Het bord geldt alleen voor automobilisten.

Dit bord staat aan het begin van een weg.
Wie kunnen je op deze weg tegemoetkomen?

1. voetgangers, fietsers , scooters en auto’s
2. voetgangers
3. voetgangers en fietsers

Welk onderbord kan onder dit bord hangen?

1. 
2. 
3. 
4. 

Voor schooltijd fiets Saar altijd over deze weg.
Mag dat?

1. ja
2. nee

Op vrijdag fiets Klaas om 19:00 uur naar de voetbal.
Mag hij dan over deze weg?

1. ja
2. nee

Welk onderbord hoort erbij?