2H - les 2 - P4

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

programa de lunes 14 de mayo

• herhalen hay, ser en estar
• oefenen ser en estar + llamarse verbuga
• kiezen: hay ser en estar
• oefenen regelm ww studyspanish/
• maken WB bron H (oef 22 en 23a) + diagnostische toets afmaken(unidad 2)

hay, ser en estar

hay: er is, er zijn

no hay...: er is niet.../er zijn geen...

estar: zijn - in de betekenis van 'zich bevinden'. Dus wáár iets of iemand zich bevindt.

ser: zijn - in alle andere gevallen

oef 3 min ser + 3 min estar

Kies hay, ser of estar:
Mis padres __________ en Rotterdam.

Kies hay, ser of estar:
'Stamppot' __________ un plato (=gerecht) típico holandés.

Kies hay, ser of estar:
_________ muchas bicicletas en Holanda.

Kies hay, ser of estar:
El colegio Alkwin __________ enfrente del colegio Thamen.

Kies hay, ser of estar:
Brenda y yo ___________ amigas.

bijvoeglijke naamwoorden

• Kijk nog eens het filmpje in classroom
  
• Maak de opdrachten  over bijv nw in classroom
  

Al gemaakt?

bron H: oef 22+23a 

D-toets unidad 2 

los deberes de viernes 18 de mayo

• D-toets af (un 2)
  
• leren vervoegingen regelmatige ww/ser/estar/llamarse
• leren hoe 'hay, ser en estar' gebruiken?
• herhalen voca un 2/herhalen vraagwoorden (zie doc in classroom)