Constructies -bruggen (krachten).

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Stem- techniekenSecundair onderwijs

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat is een constructie?

Slide 2 - Carte mentale

Uit welke materialen kan een constructie bestaan?

Slide 3 - Carte mentale

Is een brug een constructie?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Lien

Slide 6 - Diapositive

Als iets uit verschillende delen is opgebouwd heet dat een constructie. Welk voorwerp is een constructie en welk voorwerp niet?
Constructie
Geen constructie
Auto
Tent
Steen
Spijker
Brug
Fiets
Balk

Slide 7 - Question de remorquage

Wat is een constructie
A
Een bouwwerk of een samenstelling van onderdelen.
B
Een soort plant
C
Een muziekinstrument
D
Een type dier

Slide 8 - Quiz

Welke van deze voorwerpen is geen constructie?
A
Een brug
B
Een gebouw
C
Een regenboog
D
Een tafel

Slide 9 - Quiz

Welke mensen werken het vaakst aan constructies?
A
Dokters
B
Bouwvakkers en architecten
C
Koks
D
Leraren

Slide 10 - Quiz

Wat betekent het als men zegt dat iets "stevig geconstrueerd" is?
A
Het is mooi
B
Het is duur
C
Het is sterk en goed gemaakt
D
Het is gemaakt in een fabriek

Slide 11 - Quiz

Welk materiaal wordt nooit gebruikt bij een echte constructies?
A
Hout
B
Beton
C
Staal
D
Papier

Slide 12 - Quiz

Welke constructie beschermt tegen overstromingen?
A
Een brug
B
Een dijk
C
Een tunnel
D
Een flatgebouw

Slide 13 - Quiz

Waarom maken we constructies?
A
Alleen voor de sier
B
Alleen als het regent
C
Alleen voor school
D
Om dingen te maken.

Slide 14 - Quiz

Soorten bruggen

Slide 15 - Diapositive

Hier zijn enkele soorten bruggen
Boogbrug
Hangbrug.
Tuibrug.
Ophaalbrug
Draaibrug

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Wel een constructie
Geen Constructie

Slide 19 - Question de remorquage

Constructie
Geen constructie

Slide 20 - Question de remorquage

Wat is het, een onderdeel of constructie?:
buis
paal
glijbaan
wiebelbrug
constructie
onderdeel
constructie
onderdeel
onderdeel
onderdeel
constructie
constructie

Slide 21 - Question de remorquage

Krachten 

Slide 22 - Diapositive

Krachten.
In de vorige les zagen we veel verschillende krachten.
Een kracht zoals deze.

Slide 23 - Diapositive

Welke krachten ken we nog uit de vorige les?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Hoe noemen we de kracht die naar beneden is gericht door het gewicht van de constructie.

Slide 26 - Question ouverte

Hoe noemen we de horizontale en verticale krachten veroorzaakt door de wind?

Slide 27 - Question ouverte

Hoe noemt men de kracht die een element probeert te verdraaien of te wringen?

Slide 28 - Question ouverte

Wat is buigspanning?
A
Kracht die vervorming veroorzaakt
B
Kracht die geen effect heeft
C
Kracht die een voorwerp laat vallen
D
Kracht die compressie veroorzaakt

Slide 29 - Quiz

Welke kracht werkt zijwaarts in een constructie?
A
Zwaartekracht
B
Drukkracht
C
Schuifkracht
D
Trekkracht

Slide 30 - Quiz

Welke kracht zorgt voor rek in een constructie?
A
Trekspanning
B
Schuifspanning
C
Drukspanning
D
Buigspanning

Slide 31 - Quiz

Einde.

Dank u voor u antwoorden en tot de volgende keer.

Slide 32 - Diapositive