6.1 - organismen en hun omgeving

Thema 6
Ecologie en duurzaamheid





Basisstof 1 en 2: 
organismen en hun omgeving
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Thema 6
Ecologie en duurzaamheid





Basisstof 1 en 2: 
organismen en hun omgeving

Slide 1 - Diapositive

Planning

  • Introductie thema 6 - 5 min
  • Uitleg 6.1 met vragen - 15 min
  • Werktijd - 15 min
  • bespreken - 5 min
  • uitleg 6.2

Slide 2 - Diapositive

Meldingen

  •  Volgende week lesbezoek 2b + filmen
  • Duidelijke afspraken + consequenties
  • Toets over 5&6 (in toetsweek) over 4 weken

Slide 3 - Diapositive

Waar denk jij aan?
Ecologie en duurzaamheid

Slide 4 - Carte mentale

Ecologie
Ecologie is het onderzoeken van relaties tussen organismen en hun milieu (leefomgeving).

Slide 5 - Diapositive

Duurzaamheid
Duurzaamheid is ervoor zorgen dat het milieu geen schade aan jouw gebruik ondervindt. 

  1. Niet meer stoffen gebruiken dan het milieu kan aanvullen
  2. Niet meer stoffen toevoegen dan het milieu kan verwerken.

Slide 6 - Diapositive

Hans drinkt een blikje Fernandes, hij gooit deze daarna weg in de bosjes.
Is Hans duurzaam bezig?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Basisstof 1
organismen en hun omgeving

Slide 8 - Diapositive

Herhaling Leerdoelen
Aan het einde van de les:

  •  Kun je biotische en abiotische factoren onderscheiden.
  • Kun je de niveaus van de ecologie beschrijven.
  •  Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden.
  • Je kunt een voedselketen en een voedselweb maken.

Slide 9 - Diapositive

Leg uit wat milieu betekent

Slide 10 - Question ouverte

Milieu
Organismen hebben invloed op het milieu en andersom!

Invloeden op het milieu kunnen biotisch en abiotisch zijn.

Slide 11 - Diapositive

Milieu
Biotische factoren zijn invloeden uit de levende natuur.

Abiotische factoren zijn invloeden uit de levenloze natuur.

Slide 12 - Diapositive

Ezelsbruggetje
bios = leven in het grieks.

a = zonder in het grieks

abios = zonder leven

Slide 13 - Diapositive

De zon is
A
biotisch
B
abiotisch

Slide 14 - Quiz

Een bacterie is
A
biotisch
B
abiotisch

Slide 15 - Quiz

Niveaus van ecologie
  1. Individu - één organisme
  2. Populatie - een groep organismen van dezelfde soort.
  3. Levensgemeenschap - meerdere populaties (verschillende soorten)
  4. Ecosysteem -  gebied waarin biotische en abiotische factoren samen een eenheid vormen.

Slide 16 - Diapositive

Een groepje konijnen is een
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 17 - Quiz

olifanten, zebra's en gazelles zijn samen een
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 18 - Quiz

Truus is een
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 19 - Quiz

Het regenwoud is een
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 20 - Quiz

Organismen zijn afhankelijk van hun milieu.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Voedelketen & Voedselweb

Slide 22 - Diapositive

Producenten, consumenten en reducenten

Slide 23 - Diapositive

Kringloop

Slide 24 - Diapositive

Werktijd
  • Starten aan de opdrachten van 6.1 (samenvatting overslaan)
  • lezen 6.2
  • bespreken 6.1 1,2 5, 6




Slide 25 - Diapositive