Toets ADL

Toets ADL
Succes!!
27 vragen.
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
zorgMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Toets ADL
Succes!!
27 vragen.

Slide 1 - Diapositive

Niet doen
Wel doen
Wat doe je wel en wat doe je niet om hygiënisch te werken? Sleep de handelingen naar de juiste box.
Je wast de schaamstreek van achter naar voren, richting de buik
Je begint met wassen bij het onderlichaam
Je gebruikt alleen verzorgingsproducten van de zorgvrager zelf
Je draagt bij douchen of baden een schort als je kleding nat kan worden

Slide 2 - Question de remorquage

Als je handschoenen gebruikt, dan hoef je je handen niet te wassen.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Welke vaste handelingen voer je altijd uit wanneer je een cliënt helpt bij de persoonlijke verzorging?
A
Overleg met het netwerk, geef medicatie, lees het zorgplan.
B
Handhygiëne, lees het zorgplan, geef medicatie.
C
Handhygiëne, denk aan privacy, overleg wat je gaat doen.
D
Overleg met het netwerk, denk aan privacy, overleg met de arts.

Slide 4 - Quiz

Hoe vaak per dag moet het gebit van een cliënt gereinigd worden?
A
1x per dag
B
2x per dag
C
3x per dag
D
Na iedere maaltijd

Slide 5 - Quiz

Als helpende knip je de nagels van de voeten van een cliënt.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Na je observatie van het drinkgedrag van een cliënt schrijf je de gegevens op in een het zorgdossier. Hoe noemen we dit?
A
signaleren
B
registreren
C
interpreteren
D
nazorg

Slide 7 - Quiz

Zet in de juiste volgorde. 1 is de start 4 is het einde van de handeling. Wassen op bed
Was de schaamstreek van voor naar achteren
Voorstellen en vertellen wat je gaat doen.
Was de handen, armen en schouders
Doe zeep op de washand waarmee je werkt
1
2
3
4

Slide 8 - Question de remorquage

Zet in de juiste volgorde. 1 is de start 4 is het einde van de handeling. Toiletgang
Zorg voor privacy
Neem de zorgvrager mee naar het toilet
Vraag of alles naar wens was
Maak afspraken
1
2
3
4

Slide 9 - Question de remorquage

Tijdens de zorg hou je rekening met culturele verschillen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz


Wat moet je doen bij deze handeling? -->
A
Handenalcohol gebruiken
B
Handen wassen
C
Handschoenen gebruiken
D
Geen actie

Slide 11 - Quiz

Je helpt de zorgvrager met het verschonen van incontinentie materiaal. Wat doe je?
A
Handenalcohol gebruiken
B
Handen wassen met water en zeep
C
Handschoenen gebruiken
D
Geen actie

Slide 12 - Quiz

Je verschoont het bed van een zorgvrager waar veel ontlasting op zit. Wat doe je?
A
Handen alcohol gebruiken
B
Handen wassen met water en zeep
C
Handenschoenen dragen
D
Geen actie

Slide 13 - Quiz

Hoeveel washandjes heb je nodig tijdens het wassen op bed?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste volgorde bij aankleden van een zorgvrager?
A
Aangedane zijde dan gezonde zijde
B
Gezonde zijde dan aangedane zijde

Slide 15 - Quiz

Waar of niet waar?
Stelling: Bij het uitkleden van een zorgvrager doe je eerst het shirt aan de aangedane zijde uit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Waar of niet waar.
Stelling: Natscheren is even goed als droogscheren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Waar of niet waar.
Stelling: Een taak van een helpende is de dagelijkse haarverzorging van een zorgvrager
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Hoe noem je een fles waar een man in kan plassen vanuit bed?

Slide 19 - Question ouverte

Wat kan het ziektebeeld
zijn als je last hebt van
ontlasting type 1?
A
Obstipatie
B
Diarree
C
Smock
D
Geen ziektebeeld

Slide 20 - Quiz

Noem 1 symptoom van obstipatie

Slide 21 - Question ouverte

Wat is GEEN incontinentie materiaal?
A
Pant
B
Slip
C
Flex
D
Mand

Slide 22 - Quiz

Noem 1 reden om een uitscheidingslijst bij te houden

Slide 23 - Question ouverte

Water en zeep
Hand alcohol
Doden bacteriën
Verwijderen Bacteriën
Handdoek
Opdrogen
Handen wassen
Desinfectie

Slide 24 - Question de remorquage

Tijdens het verzorgen van een kunstgebit zorg je ook voor het tandvlees
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Je kunt de haren van iemand op bed wassen
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 26 - Quiz

Zoek 1 hulpmiddel welke kan ondersteunen bij eten of drinken en plaats deze hier

Slide 27 - Question ouverte

Zoek 1 hulpmiddel welke kan bijdragen een het veilig naar het toilet gaan.

Slide 28 - Question ouverte