Praktische economie h3, paragraaf 4
1 / 18
La durée de la leçon est: 120 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat betekent de afkorting KvK?
A
Kamer van Kooplieden
B
Kamer van Kopers
C
Kamer van Koopwaar
D
Kamer van Koophandel
Slide 3 - Quiz
Noem 3 redenen waarom een iemand voor zichzelf gaat beginnen.
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Vidéo
De heren De Kort en De Lang zijn samen eigenaar van een kapperszaak met rechtsvorm vof. In 2018 was firmant De Kort fulltime als kapper in de zaak werkzaam. Firmant De Lang deed uitsluitend administratie en had daaraan een halve weektaak. In hetzelfde jaar werkten in de zaak tien kappers in loondienst, van wie er vier een volledige en zes een halve baan hadden. Hoe is de aansprakelijkheid van De Kort en De Lang voor de schuld van de firma geregeld?
A
De Kort en De Lang zijn niet met hun privévermogen voor de schuld aansprakelijk
B
De Kort en De Lang zijn met hun privévermogen ieder voor de hele schuld aansprakelijk
C
De Kort en De Lang zijn met hun privévermogen ieder voor de helft van de schuld aansprakelijk
Slide 6 - Quiz
Vraag 10 uit je boek van paragraaf 3.3., maak nu een foto van je antwoorden
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Schrijf 2 verschillen op tussen een stichting en vereniging (blz 96 en 97)
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Een organisatie die geen winst maakt is...
A
niet-commercieel
B
commercieel
Slide 12 - Quiz
Een stichting heeft leden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Wat is onjuist over een stichting?
A
Een stichting krijgt meestal donaties of subsidies.
B
Bestuurders van een stichting mogen niet zelf aan de stichting verdienen.
C
Voor het uitvoeren van taken voor een stichting kan een stichting wel mensen in dienst nemen.
D
Een stichting word bestuurd door aandeelhouders.
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Beschrijf de 5 taken van een manager (blz 97!)
