1KM H6 L5

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht.

Startopdracht: maak de opdracht op papier

• Lesboek 1B
• Leesboek
• Schrift en pen

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht.

Startopdracht: werk aan de startopdracht

• Lesboek 1B
  
• Leesboek
  
• Schrift en pen

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen
• Bespreken startopdracht
• Samenvatting H6
• Tijdlijn maken
• Aan het werk
• Huiswerk
• Evaluatie les

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Lesdoelen

• Je kunt uitleggen waarom burgers ontevreden waren over het bestuur van de Republiek.
• Je kunt vier veranderingen van de revolutie in de Republiek noemen en beschrijven hoe de revolutie eindigde.
• Je kunt beschrijven hoe er een einde kwam aan de macht van Napoleon over Frankrijk en Nederland. 

Startopdracht bespreken

Aantekeningen

Pak je schrift en pen.

Tijdens de aantekeningen luister je en schrijf je mee.

Vraag? Steek je vinger op.

Paragraaf 1. Frankrijk voor de revolutie

Standensamenleving

Bevolking verdeeld in groepen.

Elke groep andere rechten/taken.

1e stand: Geestelijkheid

• Taak: Werken voor de kerk
• Priesters/monniken
• Hadden veel land

2e stand: Adel

• Taak: Baas van het leger
• Hielpen koning
• Hadden veel land

3e stand: Boeren/burgers

• Taak: werken
• 98% van de bevolking
• Sommigen rijk, meestal heel arm
• Geen grond
• Belasting betalen

Voorrechten

Een recht dat niet iedereen heeft.

Adel en geestelijkheid:
 geen belasting en minder straf voor misdaad.

Boeren/burgers ontevreden

1. Hoge belastingen op levensmiddelen, dus honger.

2. Oneerlijk bestuur.

Start Franse Revolutie

• Koning Frankrijk bijna failliet
• Drie standen kregen ruzie
• 3e stand startte eigen vergadering: volksvertegenwoordiging
• 14 juli 1789: bestorming Bastille

Paragraaf 2.
De Franse Revolutie

Afschaffing standen

• Koning macht kwijt
• Alle Fransen grondrechten
• Vrijheid & gelijkheid
• Staat in grondwet
• Niet iedereen kiesrecht

De Tereur

• Rijke mensen tevreden
  
• Sommige mensen niet --> Radicalen

De Tereur

• 1793: Radicalen aan de macht
• Iedereen die tegen hen was -->gedood
  
• Dit heet ‘De Terreur’
  
• 1794: einde. Leiders nu zelf vermoord

Paragraaf 3
Revolutie buiten Frankrijk

Staatsgreep in 1799

• Napoleon: populair onder het volk en de soldaten
  
• - Soldaten: prees hun dapperheid
  - Het volk: sterke leider, won oorlogen
  
  

Staatsgreep = plotselinge overname van de macht

Bestuur van Napoleon

• Maakte van Frankrijk een dictatuur --> hij alleen de macht

Maar behield ideeën van de Franse Revolutie!

1. Alle burgers dezelfde grondrechten

2. Overal dezelfde wetten

Burgerlijke stand

• Lijst waarin alle burgers staan
  --> Superhandig voor belastingen en dienstplicht

Oorlogen Napoleon

• Veroverde bijna heel Europa --> voerde overal zijn wetten, burgerlijke stand en dienstplicht in.

Slavernij

• Ideeën Franse revolutie (vrijheid en gelijkheid) zorgden voor onrust.
• Toch bleef de slavernij nog lang --> Leverde veel geld op.

Paragraaf 4
Revolutie in Nederland

Kritiek op het bestuur

1. Economie --> weinig werk, meer armoede

2. Het bestuur deed te weinig

3. Stadhouder gedroeg zich als een koning

Patriotten (goede vaderlanders)

1. Meer inspraak in het bestuur

2. Grondrechten en grondwet

De Bataafse Republiek

1795 --> Patriotten wel succesvol

Samen met Fransen

Wat verandert er?

1. nieuwe grondwet

2. iedereen grondrechten

3. nieuw bestuur (gekozen)

4. dezelfde wetten in het hele land 

Napoleon in Nederland

1801: Napoleon leider
1806: broer Napoleon  koning van Koninkrijk Holland
1810: Nederland provincie van Frankrijk.

Einde macht Napoleon

• Mis bij Rusland in 1812
• Definitief verslagen: Waterloo
• Frankrijk en Nederland kregen een koning
• Koninkrijk der Nederlanden

Zelfstandig werken

• Je werkt in stilte.
• Maak een tijdlijn van dit hoofdstuk. Zoek de belangrijke jaartallen op in je boek. Zet de belangrijkste gebeurtenissen in de juiste volgorde op je tijdlijn. Je kan een A3 gebruiken. Je mag afbeeldingen toevoegen.
• Maak de opdrachten van paragraaf 6.1 t/m 4 af. 

Heb je een vraag? Sla de opdracht over en stel je vraag over 5 minuten.
Klaar? Leer zelfstandig (bijvoorbeeld: samenvatting maken, begrippenkaarten oefenen, lezen/luisteren, test jezelf en afsluiting maken).

Samenwerken

• Je mag rustig overleggen.
• Maak een tijdlijn van dit hoofdstuk. Zoek de belangrijke jaartallen op in je boek. Zet de belangrijkste gebeurtenissen in de juiste volgorde op je tijdlijn. Je kan een A3 gebruiken. Je mag afbeeldingen toevoegen.
• Maak de opdrachten van paragraaf 6.1 t/m 4 af.
  
• Heb je een vraag? Steek je hand op!
  
• Klaar? Leer zelfstandig (bijvoorbeeld: samenvatting maken, begrippenkaarten oefenen, lezen/luisteren, test jezelf en afsluiting maken).

Huiswerk

Datum:
dinsdag 24 juni

Maken: 

Tijdlijn af. Vragen opgeschreven. 

 

Lesdoelen

• Je kunt uitleggen waarom burgers ontevreden waren over het bestuur van de Republiek.
  
• Je kunt vier veranderingen van de revolutie in de Republiek noemen en beschrijven hoe de revolutie eindigde.
  
• Je kunt beschrijven hoe er een einde kwam aan de macht van Napoleon over Frankrijk en Nederland. 

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!