1A Celkern

• Biologie
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

De celkern

• Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen. 
• Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

15 minuten stil werken

15 minuten Instructie

30 minuten fluisterend overleg

Wat is juist?

1. 1 celkern 2 genen
2. 1 cel 2 chromosomen
3. 3 DNA 4 gen
4. 3 Chromosomen 4 DNA

Wat staat in de juiste volgorde van groot naar klein

1. celkern, chromosoom, DNA
2. celkern, DNA, chromosoom
3. DNA, chromosoom, celkern

Wat is de functie
van de celkern?

1. Stevigheid bieden
2. Vocht vasthouden
3. Opslag van DNA
4. die heeft geen functie

Chromosomen bestaan voor een groot deel uit de stof DNA

1. waar
2. nietwaar

Bouw DNA

• Nucleotide=bouwsteen
• 4 stikstofbasen: A,T,C,G
• Dubbele helix
• Gen = info eigenschap = code eiwit
  

In het DNA vormt base A een paar met base G

1. Juist
2. Onjuist

Functie DNA

• DNA= code voor al je erfelijke eigenschappen 
• Bijvoorbeeld oogkleur
• De code voor één erfelijke eigenschap = Gen
  

Erfelijke eigenschappen

• In de celkern is informatie voor erfelijke eigenschappen opgeslagen, bijvoorbeeld de bloemkleur.
• Bij bevruchting komen de erfelijke eigenschappen bij elkaar.
• Hierdoor kunnen er nieuwe erfelijke eigenschappen ontstaan.
• De nakomelingen kunnen er dan anders uitzien dan de ouders.

Aan de slag norm 2.4

• Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen. 
• Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Aan de slag -> fluisterend overleg

Afsluiten van de les

Tussencelstof