H3 Franse Revolutie (Oefentoets)
1 / 12
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Met welke gebeurtenis begon de Franse revolutie?
Slide 2 - Question ouverte
Noem drie oorzaken voor de Franse Revolutie
Slide 3 - Question ouverte
Dit apparaat is een symbool geworden van de Franse Revolutie. Leg uit: waarom is dit apparaat een symbool geworden van de Franse Revolutie?
Slide 4 - Question ouverte
In welk jaar startte de Franse Revolutie?
Slide 5 - Question ouverte
Wat wilde Montesquieu als het gaat om de macht?
Slide 6 - Question ouverte
Past wel bij de Franse revolutie
Past niet bij de Franse revolutie
Napoleon kroont zichzelf tot keizer
Napoleon schaft de standensamenleving af
Napoleon voert uniforme rechtspraak in
Napoleon beslist zelf over wetten, oorlog en vrede
Er komt een grondwet met grondrechten
Napoleon voert veroveringsoorlogen
Slide 7 - Question de remorquage
Ze de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde.
Franse veroveren Nederland
Napoleon grijpt de macht
Grondwet in Frankrijk
Franse revolutie
Slide 8 - Question de remorquage
Wat is het probleem van Lodewijk XIV en hoe wil hij dat oplossen?
A
Hij wil het volk meer macht geven, maar heeft dan toestemming van de Staten-Generaal nodig
B
Het geld van de koning is op en daarom roept hij de Staten-Generaal bijeen
C
Vanwege de crisis willen de Adel en Geestelijkheid belasting betalen en doen de Eed op de kaatsbaan
D
De boeren komen in opstand en beleggen een Nationale vergadering, daarom zweert de koning dat hij een grondwet zal maken
Slide 9 - Quiz
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens:
A
Is de aanleiding voor de Franse revolutie
B
Is een oorzaak van de Franse revolutie
C
Is de gebeurtenis, dus de Franse revolutie
D
Is een gevolg van de Franse revolutie
Slide 10 - Quiz
Zet de zinnen in de juiste volgorde van tijd. Begin met de gebeurtenis die het langst geleden is.
De derde stand is woedend en richt de Nationale Vergadering op.
De Bastille wordt aangevallen: de Franse Revolutie is begonnen.
De derde stand wil dat ook edelen en geestelijken belasting gaan betalen.
De edelen en de geestelijken stemmen tegen en er verandert dus niets.
De koning roept de Staten Generaal bij elkaar.
Slide 11 - Question de remorquage
Wat veranderde in NL onder Napoleons bestuur? Noem 2 zaken
