Bipolaire stoornis

Bipolaire stemmingsstoornis
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bipolaire stemmingsstoornis

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is je verwachting van workshop?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je over een bipolaire stoornis?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

In DSM5 Bipolaire- stemmingsstoornissen

Slide 6 - Diapositive

Type 1 staat manie op voorgrond. Type 2 staat depressie op voorgrond.
Een hypomanie is een periode van tenminste vier aaneengesloten dagen die lijkt op een manie, maar minder ernstig is en geen opname behoeft. 
Minimaal vier fases in een jaar: rapid cycling ( snelle wisseling)

Slide 7 - Diapositive

De cyclothyme stoornis is een bipolaire stemmingsstoornis. Het is een langdurige maar mildere vorm van de bipolaire stoornis.
Oorzaken 
  • Combinatie van verschillende factoren die bipolariteit kunnen verhogen.
  • Erfelijke factoren
  • Sociale factoren
  • Psychische factoren

Slide 8 - Diapositive

een van ouders bipolaire stoornis--> 10-15 % kans
trauma--> verhoogt de kans
gebruik cannabis vijf keer meer kans dan mensen die geen cannabis gebruiken
karaktereigenschappen: perfectionisme of laag zelfbeeld kunnen van invloed zijn

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Serotine=Serotonine is een hormoon dat je stemming, zelfvertrouwen, geluk, libido en eetlust beïnvloedt ( stimulerende werking)

Noradrenaline is een stresshormoon dat in het bijniermerg wordt geproduceerd. Wanneer jij in stressvolle situaties terechtkomt, maakt je lichaam vanzelf stresshormonen aan. Hierdoor hou jij beter overzicht en kun je drukke momenten (tijdelijk) beter aan.

Dopamine speelt een cruciale rol bij het reguleren van  motivatie, stemming, genot en tijdsbeleving.

Wat is geen vorm van een bipolaire stoornis?
A
dysthymie
B
cyclothymie
C
periodes van normaal en hypomaan
D
periodes van depressie en manie

Slide 13 - Quiz

Dysthymie is een langdurige milde depressie.
Kenmerken

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen symptoom van een manie?
A
gedachtenvlucht
B
euforie
C
cyclothymie
D
zelfoverschatting

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

insomnia= slaapstoornis, veel moeite met in- en doorslapen, minstens 3 nachten per week, 3 maanden lang.
Hypersomnia= slaap-waakstoornis, waarbij iemand extreme slaperigheid heeft, ondanks genoeg uren slaap.
Behandeling
  • Medicatie, onderhoudsbehandeling lithium eerste keuze
  • Bij manische fase: antipsychotica vb. haloperidol
  • Bij depressieve fase: vb.quetiapine of SSRI (selectieve serotinineheropname remmers)
  • Psycho-educatie
  • Zelfmanagement

Slide 21 - Diapositive

Medicatie, vb lithium
SSRI remmen selectief de synaptische heropname in neuron, waardoor de beschikbaarheid in centrale zenuwstelsel in synaptische spleet toeneemt.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vormt geen risico voor een lithiumvergiftiging?
A
braken
B
griep
C
koorts
D
migraine

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cognitieve therapie gaat vooral uit van de invloed van het denken op het gevoelsleven en het doen.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions