Spelling opfrissen

Spelling opfrissen
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spelling opfrissen

Slide 1 - Diapositive

Werkwoordspelling verleden tijd
A
Hij antwoorde direct op de vraag.
B
Hij antwoordde direct op de vraag.

Slide 2 - Quiz

Aaneenschrijven van woorden
A
Ik heb gisteren weer teveel gegeten.
B
Ik heb gisteren weer te veel gegeten.

Slide 3 - Quiz

Aaneenschrijven van woorden
A
sales manager
B
salesmanager
C
sales-manager

Slide 4 - Quiz

Afkortingen
A
CV
B
cv
C
c.v.

Slide 5 - Quiz

Als ik of als mij?
A
Niemand is zo betrouwbaar als mij.
B
Niemand is zo betrouwbaar als ik

Slide 6 - Quiz

Enigste of enige?
A
Dat was mijn enigste kans.
B
Dat was mijn enige kans.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Oefenen
Hoofdletters en leestekens.
Werkwoordspelling
Samenstellingen
Taalverzorging controleren.

Slide 12 - Diapositive