Woordenschat groep 4 TOM blok 5
1 / 12
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Welke TWEE beschrijvingen horen bij de brievenbus
A
De bus van de postbode. Hij vervoert er brieven in.
B
Een gleuf in de voordeur waar de postbode post in doet.
C
Een bak op straat.
Door de gleuven doe je post die je op wilt sturen.
Slide 3 - Quiz
Klik aan wat er bij het gebaar hoort.
A
huilen
B
rennen
C
roepen
D
wijzen
Slide 4 - Quiz
Wat is GEEN berichtje? Er zijn meer antwoorden mogelijk.
A
een postzegel
B
een sms’je
C
een envelop
D
een e-mailtje
Slide 5 - Quiz
Wat kun je ontvangen ?
A
de e-mail
B
de brievenbus
C
de brief
D
de postzegel
Slide 6 - Quiz
Wat is een ander woord voor verzenden?
A
versturen
B
ontvangen
C
verwachten
Slide 7 - Quiz
Wat betekent de e-mail?
A
Het is een bericht op een kaartje of een ansichtkaart
B
Het is een foto op het internet
C
Het is een bericht dat je via de computer verstuurt
Slide 8 - Quiz
Welk woord hoort bij salaris?
A
te weten komen
B
verdienen
C
noteren
Slide 9 - Quiz
Je bent stomverbaasd als je…
A
…iets helemaal niet had verwacht.
B
…ergens helemaal geen zin in hebt.
C
…heel erg om iets moet lachen.
Slide 10 - Quiz
Wat is een beroep?
A
de leerling
B
de klant
C
de leerkracht
Slide 11 - Quiz
Vond je dit leuk om te doen?
😒🙁😐🙂😃
