15.2

Voorkennis / 15.1
Zintuigcellen zijn gevoelig voor een eigen adequate prikkel.
Bron 4


1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Voorkennis / 15.1
Zintuigcellen zijn gevoelig voor een eigen adequate prikkel.
Bron 4


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

15.1: In welk type receptoren treedt geen adaptatie/gewenning op?
A
Gehoorreceptoren
B
Pijnreceptoren
C
Smaakreceptoren
D
Reukreceptoren

Slide 3 - Quiz

Leerdoelen bij 15.2
  • Je kent de bouw van het zintuig en kunt uitleggen hoe dit orgaan de voor haar adequate prikkels opvangt. (deze paragraaf: gehoor)
  • Je kunt beredeneren hoe een adequate prikkel door een receptorcel wordt omgezet in een impuls (er is een uitzondering bij het oor)
  • Je kunt uitleggen dat bij veel waarnemingen adaptatie plaats door veranderingen in het zintuigorgaan, de zintuigcel en/of de hersenen (specifiek bij gehoor).

  • Je kunt voor zintuigen uitleggen hoe een gegeven probleem kan leiden tot een veranderde waarneming en hoe dit voorkomen of opgelost kan worden (T2/I oefenen met gehoor)

Bovenstaande doelstellingen passen we iedere paragraaf toe, steeds een ander zintuig.

Slide 4 - Diapositive

Het oor

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Anatomie van het oor 
Bestudeer 15.2 en noteer in je schrift de opeenvolgende onderdelen van het oor waardoor trillingen zich verplaatsen.

Bekijk ook bron 5 goed, met name het orgaan van Corti en 
bekijk BINAS, in welke tabel staat wat over het oor?


Slide 7 - Diapositive

15.2 gehoor - trillingen

  • Adequate prikkel: 20-20000 hertz
Trillingen bereiken:

-Trommelvlies
-Gehoorbeentjes
-Ovale venster
-Perilymfe ene grote kanaal slakkenhuis (aanvoer)
-basaal membraan middelste kanaal
-Orgaan van Corti met zintuigharen
-Dakmembraan --> Zintuigcellen instroom K+
-Endolymfe in slakkenhuisgang
-Perilymfe andere grote kanaal
 (afvoer)
- ronde venster

Slide 8 - Diapositive

15.2 gehoor = mechanoreceptor
  • In endolymfe is veel K+
  • Het intracellulaire potentiaal van een haarcel bedraagt -45mV tot -70mV
  • Door de trillingen verbuigen de zintuig-haren en openen de K+-kanalen op de top 
  • K+ stroomt naar binnen (itt veel andere zintuigen, waar Na+ naar binnen stroomt)
  • Dit leidt tot afgifte van neurotransmitters in de synaps
  • Die op haar beurt een actiepotentiaal veroorzaakt in de ermee verbonden afferente zenuwvezel.




Slide 9 - Diapositive

15.2 resonantie
Het basilair membraan (b.m) trilt bij een bepaalde toonhoogte mee.
Elk stukje van het b.m. resoneert mee met een specifieke trilling.  
Bekijk bron 7 goed!

Hoe groter de amplitude 
van de trilling, hoe groter 
de beweging van het 
b.m. hoe hoger de impulsfrequentie (en hoe harder je het geluid hoort).

Slide 10 - Diapositive

15.2 beschadiging gehoor
Samenvatting: bioplek

  • Decibel = logaritmische schaal, Pa  dB
  • Schade mogelijk aan
-Zintuigharen 
-Spiertjes gehoorbeentjes

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

15.2 filteren 
- Hersenen
- Basilair membraan

Zoek uit hoe dit werk op p 232 onder het kopje 'Geluidsvolume en gehoorbeschadiging'

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Wat gebeurt er met de drempelwaarde van je gehoor als je je concentreert om goed te luisteren?
A
De drempelwaarde wordt hoger.
B
De drempelwaarde wordt lager.

Slide 15 - Quiz

Bij een middenoorontsteking is er een groot probleem met het gehoor. Ruimte nummer ... is dan ontstoken
A
3
B
5
C
6
D
7

Slide 16 - Quiz

check leerdoelen en huiswerk bij 15.2
  • Je kent de bouw van het oor en kunt uitleggen hoe dit orgaan de voor haar adequate prikkels opvangt (relatie bouw slakkenhuis en werking, gebruik van termen als gehoorbeentjes, orgaan van Corti enz.)
  • Je kunt beredeneren hoe een adequate prikkel door een receptorcel wordt omgezet in een impuls, bijzonder is de instroom van K+ (en niet Na+)
  • Je kunt uitleggen dat bij veel waarnemingen adaptatie plaatsvindt door veranderingen in het zintuigorgaan, de zintuigcel en/of de hersenen.
  • Je kunt voor zintuigen uitleggen hoe een gegeven probleem kan leiden tot een veranderde waarneming en hoe dit voorkomen of opgelost kan worden (T2/I oefenen met gehoor) - maak hiervoor de opgaven en oefen evt verder op www.biologiepagina.nl 


Slide 17 - Diapositive