Gesprek in een hotel

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

¿Qué prefieres en un hotel?
¿Piscina o gimnasio?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

6

Slide 6 - Vidéo

00:24
"Servicio": Service, Faciliteit
Welke kamertypes ken je?

Slide 7 - Carte mentale

00:24
"Servicio": Service, Faciliteit
Noem 3 diensten/ faciliteiten van het hotel
->

Slide 8 - Carte mentale

00:32
Hier, zegt de receptionist, "¿en qué puedo ayudarle?
Maar wat is een andere manier om hetzelfde te vragen ?

¿En qué puedo....?
Ayudarle: "U helpen"
A
tomarle
B
servirle
C
llamarle
D
traerle

Slide 9 - Quiz

00:46
Vertaal deze zin:

"Una habitación doble y otra individual para esta noche, desayuno incluido"
Esta: Deze, dit

Slide 10 - Question ouverte

01:09
Hier de receptionist vraagt naar "la tarjeta de identificación".

Wat zijn andere gegevens die men vraagt bij het invullen van een reserveringsformulier? Geef antwoord in het Spaans

Slide 11 - Question ouverte

01:34
Hoe zeg je "1.de lift", "2. de sleutel" en "3. het ontbijt" in het Spaans?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

aparcar en el hotel?
cuesta la habitación por noche?
pagar con tarjeta de crédito.
desayunar en el hotel con su colega.
equipaje?
reservar para dos noches, dos habitaciones individuales. 
piscina y gimnasio?
Tenemos un coche. ¿Podemos... 
Usted puede
¿Cuánto
¿Usted tiene
¿El hotel tiene
Queremos
El desayuno está incluido. Pueden

Slide 14 - Question de remorquage

Wat is het verschil tussen "cuánto" en "cuántas"?
Geef hier een voorbeeld met beide

Slide 15 - Question ouverte

Maak deze vraag af:

¿Hay una.... libre?

Slide 16 - Question ouverte

Maak deze vraag af:

¿Podemos...... en el hotel?

Slide 17 - Question ouverte

Kies het juiste woord om deze vraag af te kunnen maken.
(Meerdere antwoorden mogelijk)

¿Tiene....?
A
Piscina
B
Desayuno
C
Querer
D
Equipaje

Slide 18 - Quiz


Welk werkwoord gebruiken we om over wensen te praten? Geef één voorbeeld.

Slide 19 - Question ouverte


Welk werkwoord gebruiken we om over wensen te praten? Geef één voorbeeld.

Slide 20 - Question ouverte

Maak opdrachten uit reader
Reader  pagina 82-86 opdracht 90-96

Slide 21 - Diapositive