W3: Weekwoorden D Gouden Eeuw

W3: Weekwoorden D 
Gouden Eeuw
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

W3: Weekwoorden D 
Gouden Eeuw

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel:
- Je kan de weekwoorden in het meervoud opschrijven en de goede strategie toepassen.
- Je weet het goede weekwoord bij de vraag.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Bedenk één woord in het
meervoud met -s- erachter

Slide 4 - Carte mentale

Bedenk één woord in het
meervoud met -en- erachter

Slide 5 - Carte mentale

Bedenk één woord in het
meervoud met -eren- erachter

Slide 6 - Carte mentale

Bedenk één woord in het
meervoud met -'s- erachter

Slide 7 - Carte mentale

Wat is het meervoud van:
scheepsjongen

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
citroensap

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
oprichting

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
scheepswerf

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
handelspost

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
ontdekkingsreis

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
admiraal

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
scheepsarts

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
brandmerk

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
zeeroverij

Slide 17 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
nakomeling

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
loondienst

Slide 19 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
slavenlied

Slide 20 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
arbeider

Slide 21 - Question ouverte

Welk weekwoord hoort bij de vraag?

Waar worden schepen gebouwd?
A
de handelsposten
B
de scheepswerven
C
de scheepsarts
D
de arbeiders

Slide 22 - Quiz

Welk weekwoord hoort bij de vraag?
Welke twee specerijen gebruik je voor het eten?
A
het citroensap
B
het ivoor
C
de/het kaneel
D
de kruidnagels

Slide 23 - Quiz

Welk weekwoord hoort bij de vraag?

Hoe heet de dokter op een schip?
A
de scheepsjongen
B
de admiraal
C
de arbeider
D
de scheepsarts

Slide 24 - Quiz

Welk weekwoord hoort bij de vraag?

Wat zongen de tot slaaf gemaakten?
A
de loondienst
B
de slavenliederen
C
het brandmerk
D
de kaapvaart

Slide 25 - Quiz

Welk weekwoord hoort bij de vraag?
Reizen zonder te weten in welke onbekende gebieden je terecht komt?
A
de ontdekkingsreizen
B
de kaapvaart
C
de zeeroverij
D
de oprichting

Slide 26 - Quiz

Aan de slag:
- Werkblad maken (voor- en achterkant)
- Nakijken + inleveren

Klaar?
- Taak 'Gouden Eeuw 3D' op spellingoefenen.nl
- Grammaticaklussers

Slide 27 - Diapositive

Evaluatie
Blad 1:
Vraag 1: meervoud van scheepswerf
Vraag 2: meervoud van admiraal
Vraag 3: meervoud van arbeider

Blad 2:
Vraag 1: maak een zin met het woord 'slavenliederen'.
Vraag 2: maak een zin met het woord 'brandmerk'.
Vraag 3: maak een zin met het woord 'citroensap'.

Slide 28 - Diapositive