H6 Geld Les 3

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Rekenen H6 Geld

Les 3

Doel

Aan het einde van de les weet je hoe je kunt schatten of je genoeg geld bij je hebt om iets te kopen. Ook weet je dan dat je de woorden 'bijna' en 'ongeveer' gebruikt.

Je leert wat gepast betalen is.

Je leert wat wisselgeld is en waar dit uit kan bestaan.

Activeren voorkennis

Hoe betaal jij in de winkel?

Waar ligt meer geld?

1. links.
2. rechts.

Is dit 0,50 euro?

1. Ja
2. Nee
3. Weet ik niet

hoe schrijf ik tweeëndertig cent

1. €3,20
2. €32,00
3. €0,32
4. €0

Hoeveel geld heb je nu?

+

+

+

1. 10 euro
2. 100 euro
3. 1 euro
4. 10 cent

de leerlingen kunnen ook de munten tekenen ipv knippen en plakken

Aan de slag

Je gaat nu aan de slag met de opdrachten
H6 Blz. 230
Je maakt opdracht 18 t/m 27

Daarna Studiemeter: Oefeningen Betalen
Ben je klaar? Lever je boek open in op de inleverplek. Je mag wat voor jezelf doen!
Je hebt tot 10.25 de tijd om alles af te maken. 

Evaluatie

Hebben we het doel behaald?

De fietsenmaker zegt dat een servicebeurt € 24,75 kost.

hoeveel moet Cecil ongeveer betalen?

1. 25
2. 5
3. 30
4. 38

Een 5 eurobriefje kan je inwisselen voor....

1. 10 euro's
2. 5 cent
3. 5 euro's
4. 5 muntjes van 5

Iris koopt een regenjas voor €17.50.
Ze betaalt met €20.
Hoeveel geld krijgt ze terug?

1. €0,50
2. €2,10
3. €2,50
4. €250

Terug- en vooruitblik

Wat kunnen we nu met wat we geleerd hebben?

Volgende keer!