6-6-25 groepje A

1 / 22
suivant
Slide 1: Vidéo
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Basis regel  
       + s
             Bags
Sisklank op het eind?
       + es
             Wishes
Een O op het einde?
       +es
             Tomatoes
Een medeklinker en Y op het einde?
  -y     + ies
             Duties
Een F/EF op het einde?
-f/ef      +ves
             Wolves
Meervoud in Engels

Slide 2 - Diapositive

Meervoud in het Engels

Slide 3 - Diapositive

+Meervoud Engels   
+s achter het woord 
dog = dogs   

Woord op ssh? +es 
kiss = kisses  
 
Woord op medeklinker + -y? +ies 
city = cities

Woord op -f of -fe + ves
Leaf = leaves

Uitzonderingen   
Kind - kinderen 
Child - children   

Voet - voeten 
Foot - feet   

Man - mannen 
Man - men   

Vrouw - vrouwen 
Woman - women

Schaap- schapen 
Sheep-  Sheep 

Slide 4 - Diapositive

Welk meervoud woord is goed ?
A
childs
B
mans
C
mens
D
mice

Slide 5 - Quiz

Vul het meervoud in van:
MOUSE

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
KNIFE
A
Mes
B
KNIFES
C
KNOVE
D
KNIVES

Slide 7 - Quiz

Vertaal de zin:
" Twee mannen"

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
BOY
A
BOY's
B
BOYS
C
BOIES
D
BOJS

Slide 9 - Quiz

wat is het meervoud van:
Child ?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het meervoud van :
Chicken?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
Sheep

Slide 12 - Question ouverte

Verbeter de fout:
Two car's are driving

Slide 13 - Question ouverte

Wat gebeurt er met de Y als je meervoud moet maken van het woord
Baby ?

Slide 14 - Question ouverte

Y --> IE 
De Y verandert in: IE als er een meervoud woord gemaakt wordt! 

one baby, two babies 

Slide 15 - Diapositive

Wat is het meervoud van tooth?
A
tooth
B
tooths
C
tooth's
D
teeth

Slide 16 - Quiz

meervoud van box
A
boxs
B
boxes
C
boxses

Slide 17 - Quiz

Wat is geen meervoud?
A
knives
B
children
C
housewives
D
tooth

Slide 18 - Quiz

Meervoud van:
wolf
A
wolves
B
wolfs
C
wolvs
D
wolfes

Slide 19 - Quiz

Het meervoud van:
witch
A
witchs
B
witches
C
witch's
D
witch'es

Slide 20 - Quiz

Het meervoud van:
Bird
A
Bird
B
Birds
C
Bird's

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive