4.11 Grammatica van zinnen
letters :
a,b,c,d,
e,f,g,h,
i,j,k,l,m,n,
o,p,q,r,s,t,
u,v,w,x,y,z
woord: naam, hebben, woon, Nederland, ik, in
zin: Ik woon in Nederland. (hoofdzin)
onderwerp - werkwoord inversie: werkwoord- onderwerp
2 hoofdzinnen plakken : Ik woon in Nederland, maar mijn oma woont in Syrië.
maar, want, dus, en, of